19 JANUARI 1976
95
Breda en anderzijds een overheidsverbod voor de
ze activiteiten.
De heer Taks heeft gesproken over het milita
risme en de uiting daarvan in een taptoe. Hij heeft
gezegd dat dit eigenlijk het ongevaarlijkste is wat
militairen kunnen doen, naar ik meen enigszins in
het voetspoor van Godfried Bomans die ook eens zo
iets heeft gezegd.
De heer TAKSDe heer Kaarsemaker heeft mij
heel slecht begrepen. Ik heb juist gezegd dat van
militarisme in Nederland in het geheel geen sprake
is. Voorts heb ik gezegd dat het leger zich door
middel van een taptoe in zijn onschuldigste vorm
manifesteert. Dat zijn twee volkomen verschillende
dingen. Ik vind dat het van onzorgvuldig woordge
bruik getuigt als men in dit verband het woord "mi
litarisme" gebruikt. Op die manier roept men spoken
op die in de Nederlandse democratische samenleving
niet bestaan.
De heer KAARSEMAKER: Als ik de heer Taks goed
begrijp, dan zegt hij toch ik weet niet hoe ik
het moet uitdrukken, want het woord "militarisme"
mag ik niet meer gebruiken dat defensie
De heer DEESIk zou toch dat woordenboek maar
eens kopen!
De heer KAARSEMAKER: Het lijkt inderdaad wel
noodzakelijk te zijn. Ik ben een simpele ziel en ik
dacht dat ik de betekenis van het woord "militaris
me" ongeveer begreep, maar dat is kennelijk niet
het geval. In ieder geval heb ik bedoeld te zeggen
dat de heer Taks kennelijk van mening is dat, als
militairen ik gebruik het woord nu toch maar
zich presenteren door middel van een taptoe, daar
geen bezwaren tegen bestaan. Als zij maar op een
toeter blazen en op een trommel slaan, is dat een
zeer onschuldige vorm van presenteren en wat kunnen
wij daar nu tegen hebben? Welnu, daar hebben wij
nu juist wel iets tegen. Door middel van deze pre-