24 JUNI 1976 973 van mening verschillen, maar in ieder geval is de ze prijs voor ons aanvaardbaar. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN HUL: Wij blijven tegen punt 10 van dit voorstel, terwijl wij met de overige onderdelen van het voorstel akkoord kir uen gaan. Naar onze mening is bouwgrond een zó schaars arti kel, dat het ongewenst is er op deze manier uitver koop van te houden. De heer VAN ASSELDONK: Ik zou het jammer vin den als een verkeerde indruk zou worden gewekt. Wij zijn hier niet bezig met een uitverkoop: ik geloof dat wij blij mogen zijn dat wij van dit stukje grond af zijn. Ik wijs erop dat wij het terrein ei genlijk bijna om niet hadden willen geven, dat er vervolgens een prijs van 10,per m2 is bedon gen en dat tenslotte het college toch nog heeft be reikt dat wij 30,per m2 kunnen ontvangen. Ik meen dan ook dat wij niet van een "uitverkoop" kunnen spreken en dat het college alles heeft ge daan om eruit te halen wat erin zat. Wij kunnen mijns inziens niets anders doen dan onze tevreden heid met deze regeling betuigen, omdat anders het perceeltje tot een klandestiene vuilnisbelt of iets dergelijks zou kunnen worden, zoals met dergelijke kleine terreintjes als zij niet worden bebouwd ge makkelijk kan gebeuren. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten, onder aantekening dat de heren Dreef, Martens, Hendriksen, Oomen, Welschen er Beckers, mevrouw Muntjewerffde heren Brummelke >p, Crul en Houben geacht willen worden tegen de onder nr. 10 bedoelde verkoop te hebben gestemd. 5. bijlage nr. 177 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERWERVING VAN ONROEREND GOED. (D)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 973