24 JUNI 1976
983
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Bij dit voorstel zal
ik graag de zienswijze van onze fractie verwoorden.
In april 1974 werden de leden van de commissie be
drijven reeds met de eerste probleemstellende nota
inzake de afvalstoffenverwerking van de gemeente
Breda na 1976 geconfronteerd. Naar aanleiding van
deze probleemstellende nota gaf de commissie, zo
als in het voorstel terecht wordt aangestipt, in
augustus 1974 het groene licht voor verdere studie
en verdere onderzoekingen. Een en ander heeft geleid
tot de samenstelling van het rapport "Transport en
verwerking van afvalstoffen van Breda". In dit rap
port krijgen de diverse wijzen van huisvuilverwer
king ruim aandacht, ten aanzien van zowel de voor
als de nadelen. Hierbij wordt onzes inziens zeer
terecht met nadruk ingegaan op het kostenaspect van
iedere wijze van huisvuilverwerking. Huisvuilver
werking is immers één der oudste vormen van hygi
ënische gemeenschapszorg, die door de gemeente vol
ledig vrijwillig wordt uitgeoefend. Wanneer nu van
het contract met de Grontmij inzake de huisvuilver
werking der gemeente Breda het einde op korte ter
mijn in zicht komt, zullen wij de verwerking aan
een kritische beschouwing willen onderwerpen.
Globaal gesproken blijven er drie manieren van
huisvuilverwerking over: verbranding, compostering
en storten. Verbranding is de duurste oplossing
maar de meest afdoende vorm van verwerking. Voor
verbranding zijn geweldige investeringen nodig,
terwijl de keuze voor dertig a veertig jaar bepa
lend is. 20 Van het aangevoerde volume en 60
van het aangevoerde gewicht moeten bij verbranding
evenwel nog nader worden gestort.
Compostering via V.A.M. - afvoer somt eigen
lijk pas aan de beurt als gecontroleerd storten on
mogelijk is. Composteren is minder kostbaar dan
verbranding, doch altijd nog een dure oplossing
vanwege onder andere de overlaadkosten en de met de
grote afstand samenhangende hoge vervoerskosten.
Gecontroleerd storten is een methode waarbij
op beheerste wijze de afvalstoffen in of op de aard-