24 JUNI 1976
987
stortplaats voor eenjarig gebruik bestemd is, zonder
geweldige financiële consequenties voor de gebrui
kers, zoals wij, Bredanaars?
Ik kom tot de conclusie van onze fractie. Wij
hebben een uitgebreid en goed rapport ter bestude
ring gekregen, dat duidelijke argumentatie bevat,
terwijl ons voorts uitvoerig informatie is gegeven.
Wij danken de samenstellers van het rapport en de
informanten. Met het voorstel gaan wij akkoord, om
dat wij de aanvaarding ervan voor de gemeente Bre
da gunstig achten.
De heer BRUMMELKAMP: In onze groepering heb
ben wij een werkverdeling toegepast, waaruit volgt
dat ik de juridische kant van de zaak zal trachten
te behandelen. Het gaat hier om een contract dat
waarschijnlijk op een termijn van tien jaar betrek
king zal hebben. Daarnaast is een regeling getrof
fen waardoor het mogelijk wordt het contract na
vier jaar op te zeggen. Aan het voorstel dat aan
de commissie is voorgelegd, is nog te zien dat het
gedeelte over de opzegging na vier jaar later is
ingevoegd. Deze mogelijkheid is dan ook niet in
het contract opgenomen, maar er is briefwisseling
tussen de gemeente Breda en de Grontmij geweest
waarin enkele aanvullende afspraken zijn gemaakt.
Aangezien het een zaak betreft waaraan nogal grote
financiële consequenties verbonden kunnen zijn, is
het van belang dat duidelijke en bindende afspraken
worden gemaakt.
Wethouder VAN DUN: Als de heer Brummelkamp
juist het juridische aspect van dit contract behan
delt, is het gewenst dat hij feitelijk an juist
citeert. Zowel in de commissie bedrijven als in de
commissie ruimtelijke ordening is de ontbindende
voorwaarde in het contract van vier jaar aan de or
de geweest; dit is niet iets dat er later is bijge
komen. Juist omdat de heer Brummelkamp juridisch
denkt, lijkt het mij gewenst dat hij goed citeert
en dat hij de juiste informatie krijgt van de leden