24 JUNI 1976 989 Over de vraag of thans een sluitende regeling wordt voorgesteld, zou ik het volgende willen zeg gen. Na vier jaar zal de vuilstort door de gemeen ten Breda en Nieuw-Ginneken, de provincie en de Grontmij aan de planologische aspecten worden ge toetst. Als deze instanties voortzetting van het storten van vuil ongewenst achten, kan het contract tussentijds worden gewijzigd. Wat is echter het ge volg als de meningen in de genoemde groep van in stanties verdeeld zijn? Daarover zouden wij graag de mening van de wethouder horen. Wat gebeurt er als er wèl overeenstemming over beëindiging van het storten bestaat? Wie draagt dan de financiële conse quenties? Daaromtrent is niets geregeld. Het enige is dat de Grontmij akkoord is gegaan met een zeer vrijblijvend voorstel dat tot niets verplicht. De alinea van de desbetreffende brief die in dit ver band van belang is luidt als volgt: "Indien daarbij blijkt dat verdere terreinoccupatie voor vuilstort door genoemde instanties als ongewenst wordt ge kwalificeerd, zal de gemeente Breda gerechtigd zijn in overleg met de Grontmij het contract aan te pas sen dan wel op te zeggen tegen een jaar na een der gelijke uitspraak, waarbij dan mogelijke financiële consequenties nader bezien zullen worden." Vooral de laatste zinsnede is natuurlijk rijkelijk vaag. Misschien kan de wethouder enigszins aanduiden in welke orde van grootte financiële consequenties kunnen liggen. Houdt dit alles in dat wij, als wij van mening zijn dat het storten na vier jaar niet dient te worden voortgezet, de bergen netjes van een helling moeten voorzien of voor een afdekking moeten zorgen? Zijn wij verantwoordeli] voor aller lei schades of toestanden? Misschien ka; de wethou der daar iets naders over zeggen. Onze voorlopige conclusie is in ieder geval dat de later ingevoegde mogelijkheid van tussentijdse beëindiging volstrekt onvoldoende geregeld is en dat daardoor voor de gemeente Breda grote financiële risico's aan het voorstel verbonden zijn. Zoals de heer Dreef al heeft gezegd, lijkt het ons beter dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 989