24 JUNI 1976
995
1het contract tussen de gemeente Breda en
de Grontmij een looptijd van ten hoogste
4 jaar mag hebben, telkenmale eventueel te
verlengen met ten hoogste 1 jaar,
2. al het mogelijke gedaan moet worden om bin
nen een zo kort mogelijke termijn te komen
tot een inrichtingsplan,
3. al het mogelijke gedaan moet worden om bin
nen één S twee jaar te komen tot de aan
duiding van mogelijke alternatieve stort
plaatsen in het stadsgewest Breda."
De motie is ondertekend door de heren Dreef,
Brummelkamp, Martens, Crul en Welschen.
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie
van de heer Dreef mede onderwerp van beraadslaging
uit.
Mevrouw KOEK-VAN MERKOM: Het is een menselij
ke eigenschap meer nadruk te leggen op wat men op
bouwt dan op wat men weggooit. Aan het verwerken
van afval worden in de tegenwoordige samenleving
hoge eisen gesteld, daar de milieuverontreiniging
in de ruimste zin van het woord de volle aandacht
heeft. Op het ogenblik wordt aan de hand van het
huidige inzicht in deze materie de voorkeur aan
gecontroleerd storten gegeven, omdat dit niet
schadelijk voor het milieu is. Bij methoden als
verbranding en compostering houdt men een groot
gedeelte onverwerkbaar afval over, dat eveneens
moet worden gestort, zodat men het probleem als
het ware verschuift. Afgezien van transportkosten,
is gecontroleerd storten economisch aantrekkelijk,
ondanks de hogere eisen die er een jaar geleden
aan werden gesteld, zoals het dagelijks afdekken,
het verdichten en het op de uiteindelijk totstand
gekomen heuvel aanbrengen van teelaarde waardoor
begroeiing kan plaatsvinden en het terrein na vol
tooiing van de werkzaamheden weer kan worden ge
bruikt.
Mijn fractie begrijpt heel goed dat in de