24 JUNI 1976 997 zijn dat bij hogere eisen een betere en dus duur dere verwerking nodig is. Om deze grote verhoging van kosten op welke manier het verwerken van afval ook zal gebeuren -voor de burger vloeiend te laten verlopen heeft de raad verleden jaar zijn goedkeuring gehecht aan het vereveningshuisvuil- recht De heer BECKERS: Ik wil allereerst een op merking van planologische aard aan het adres van de heer Ten Wolde maken. Tot mijn verbazing heeft hij gezegd dat de planologische consequenties pas op een zeer lange termijn van belang zullen wor den; ik zou hem dan ook willen vragen aan welke termijn hij in dezen denkt. De reden van mijn ver bazing is dat de V.V.D.-fractie in het verleden een motie heeft ingediend waarin de uitspraak werd gedaan dat het gebied Bavel-Dorst een belangrijke functie voor uitbreiding van Breda zou kunnen ver vullen. Dit staat trouwens ook al in het streek plan voor West-Brabant. In het verleden hebben wij geleerd dat het, als de gemeente niet in een vroeg stadium nieuwe plannen gaat ontwikkelen, zeer lang gaat duren voordat een nieuw plan rea liseringskansen heeft. In de discussie over de Haagse Beemden is altijd gezegd dat de plannen voor Bavel-Dorst niet goed realiseerbaar waren aangezien daarvoor nog zeer veel moest gebeuren. Kennelijk gaat de gemeente nu nog vier jaar met de handen over elkaar zitten en zal zij dan wel ver der zien. Ik denk dat dit zelfs enigszins in te genspraak met de verlangens van de minister van ruimtelijke ordening is. In de commissie heb ik geen antwoord gekre gen op de vraag waarom de overheid bijvoorbeeld in stadsgewestelijk verband niet zelf de ex ploitatie ter hand neemt, maar deze aan het parti culier initiatief overlaat. In de derde plaats zou ik willen vragen of het juist is dat het onderhavige contract voor de Grontmij gunstiger is dan het vorige contract,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 997