1002 15 SEPTEMBER 1977 vraag of wij hierover wel iets op papier zouden kunnen krijgen. De heer PEETERS: Dat is niet waar! De heer CRUL: Dat werd ons zowel van ambte lijke zijde als van de kant van de wethouders van financiën duidelijk gemaakt. Er was sprake van terughoudendheid op dit terrein vanwege de inge wikkeldheid en ook vanwege andere aspecten van de koppeling van een en ander. Wij hebben geen kri tiek op de huidige gang van zaken en wij hebben daar ook geen blijk van gegeven, maar naar onze mening zijn er te veel risico's aanwezig. In de motie verzoeken wij u dan ook daarop te gaan stu deren. Over de uitkomst daarvan kunnen wij dan later met elkaar praten, opdat er voldoende waar borgen ter zake van de privacy blijven bestaan en de toekomstige ontwikkeling van de automatisering in de hand kan worden gehouden. In die zin moet de motie worden gezien. De heer VAN DUIJL: Ik wil nog even ingaan op het laatste dat de heer Crul heeft gezegd. In de motie wordt het college in overweging gegeven een studie te maken. Dat kan heel mooi en aardig zijn, maar de heer Crul gaat voorbij aan het gegeven dat de rijksoverheid ten aanzien van de privacy heel duidelijke richtlijnen heeft gesteld. Het college van burgemeester en wethouders van Breda kan dus studeren zoveel het wil maar het kan niet ontkomen aan de normen welke het rijk en de rijksoverheid hebben gesteld; die worden gewoon van de tafel geveegd. Ik vind dat onbehoorlijk. De heer CRUL: Ook de rijksoverheid heeft met deze kwestie problemen en vaak grote problemen. Wij dragen verantwoordelijkheid ten aanzien van onze gegevens. Uiteraard zijn wij afhankelijk van rijksvoorschriften en die willen wij ook niet naast ons neerleggen. Wethouder BROEDERS: Ik meen dat wij altijd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1002