1008
15 SEPTEMBER 1977
behandeling moet plaatsvinden, al ken ik het twee
de ordevoorstel nog niet. In ieder geval lijkt het
mij gewenst dat wij maandag weten of wij het voor
stel al of niet kunnen behandelen. Als wij dat
niet weten is het misschien zinloos dat wij maan
dagavond bijeen komen. Ik wil dat vermijden en
daarom dienen wij eerst met elkaar te bepalen of
het ordevoorstel van de heer Houben al dan niet
moet worden aanvaard.
De heer VAN DUIJL: Ik wil beginnen met te
zeggen dat het ordevoorstel dat de heer Houben zo
juist heeft ingediend ons niet heeft overvallen.
Men zal dat misschien enigszins verbazend vinden,
maar gisteravond hebben de heer Ten Wolde van de
V.V.D.-fractie, twee leden van de Federatie van
Fracties en enkele leden van onze fractie overleg
gepleegd, waarbij van de zijde van de Federatie
kenbaar werd gemaakt dat men van plan was een or
devoorstel in te dienen. Op zichzelf vind ik dat
zinnig, maar ik vond het wel jammer dat die mening
wél aan ons werd gepresenteerd maar dat over het
ordevoorstel zelf geen discussie mogelijk was.
Uiteraard hebben wij ons over dat ordevoorstel be
raden en wij zijn zonder meer tot de conclusie ge
komen dat het niet realiseerbaar is. In de eerste
plaats achten wij het onmogelijk om, zoals de heer
Houben voorstelt, te starten met de uitvoering van
het sociaal plan in de Spoorbuurt-Westterwijl
het sociaal plan als geheel daarvan wordt losge
koppeld. Dat plan maakt juist een essentieel on
derdeel uit van het gehele plan. Wij menen dat wij
in een onmogelijke situatie terecht komen als wij
enerzijds starten met de uitvoering van een gedach
te die in het sociaal plan is opgenomen en ander
zijds de behandeling van dat sociaal plan wordt
opgeschort.
De heer Houben heeft erop gewezen dat wij het
voorstel pas twee weken in huis hebben en wat dat
betreft kan ik wel met hem meevoelen. Ook wij heb
ben in de verschillende commissies waarin dit punt
aan de orde is geweest daarover opmerkingen gemaakt