15 SEPTEMBER 1977
1013
voor de voeten gaan lopen door met iedereen te
gaan praten tot het plan is doodgepraat. Op die
wijze zal er een oppositie tegen het plan komen
die wij niet wensen. Ik weiger daaraan mee te doen.
De heer HOUBEN: Ik meen dat de heer Van Duijl
weer erg doorslaat. Hij weet dat wij vanaf het be
gin van deze raadsperiode continu in gesprek zijn
met de mensen in de Spoorbuurt en in de andere
wijken. Vanuit die situatie proberen wij het beste
ervan te maken en te bewerkstelligen dat goed op
hun wensen wordt ingeschoten. Het is ook vanuit
die optiek dat wij hier inbreng leveren. Wij doen
dat niet om het college voor de voeten te lopen,
maar wij proberen eigenlijk gras voor de voeten
weg te halen, opdat het proces geleidelijk en goed
kan verlopen.
De heer TEN WOLDE: Ik ben het volkomen eens
met de heer Van Duijl dat wij thans met de uitvoe
ring een begin moeten maken. Als wij met behulp
van het sociaal plan iets willen uitvoeren, moet
er een zekere vertrouwensrelatie aanwezig zijn tus
sen de bevolking, het gemeentelijk apparaat en de
beleidvoerende instantie, dus b. en w. en de raad.
Ik heb hier voor mij de brief van 1 september 1977
van het wijkteam-Centrum P.v.d.A./P.P.R. in de
richting van de bevolking. Hierin staat: vanaf
15 november wordt over de manier waarop het alle
maal moet gebeuren beslist; wij vinden het vreemd
dat inspraak pas achteraf begint. Ik vind dit een
tekenend bewijs van het feit dat er een wantrou-
wensrelatie wordt gekweekt tussen de bevolking en
het gemeentelijk apparaat. Dit politieke element
dat de sfeer bederft is voor ons een argument om
voor te stellen het sociaal plan nu te behandelen.
Er is al gesteld dat het plan geen absolute gege-
vendheden bevat.Wij vinden het van belang dat wordt
bepaald op welke manier van werken moet worden uit
gevoerd en dat er een vertrouwensrelatie ontstaat
en daarom kiezen wij niet voor de methodiek die de
heer Houben voorstelt en die bij voorbaat beoogt