1014
15 SEPTEMBER 1977
een moeilijke procedure op gang te brengen.
De heer HOUBEN: Mag ik een poging wagen
De VOORZITTER: Ik denk niet dat dat lukt,
want u bent driemaal aan het woord geweest en het
lijkt mij verstandig dat wij nu tot een afronding
komen. Er is voldoende gediscussieerd en de argu
menten zijn op tafel gekomen.
De heer CRUL: Kunt u toch even als voorzitter
van de commissie algemene zaken ingaan op de dis
cussie
De VOORZITTER: Ik heb het idee dat dat voor
de standpuntbepaling niet relevant zal zijn. Als
het voorstel zelf aan de orde is wil ik met alle
soorten van genoegen op het een en ander ingaan,
maar ik geloof dat het op dit moment niet verstan
dig is dat te doen. Ik meen niet dat ik nu als
voorzitter in uw onderlinge opvattingen enige orde
kan scheppen
De heer CRUL: Maar het ging toch om de orde?
De VOORZITTER: Nee, het gaat nu om de be
sluitvorming.
De heer CRUL: Maar toch ook om de orde van
de commissievergadering?
De VOORZITTER: Nee, wij doen nu een uitspraak
over het ordevoorstel.
Hierna wordt het voorstel van orde van de
heer Houben c.s. in stemming gebracht en met 21
tegen 9 stemmen verworpen.
TEGEN stemmen de heer Peeters, mevrouw Koek-
van Merkom, de heren Van den Wijngaard, Brooimans,
Van Duijl, Van Asseldonk, De Raaff, Jongeneel, Van
Banning, Van Graafeiland, Sandberg, Veelenturf,
Ten Wolde, Taks, Eissens, Van Dongen, Dees en
Broeders, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel en de
heer Van Dun.