19 SEPTEMBER 1977
1026
zekere uitvoeringsbevoegdheid blijven bestaan, op
dat er binnen het zojuist door mij genoemde kader
een goede structurering tot stand komt. Wederzijds
vertrouwen staat centraal en ik weet niet of het
voor altijd de juiste weg is een commissie ex ar
tikel 61 in het leven te roepen en een speciale
groep waartoe ook sociologen behoren, de gang van
zaken te laten begeleiden. Mede gezien het voor
stel dat het college ten aanzien van de Spoorbuurt
heeft gedaan, lijkt het mij niet gewenst bij dit
relatief beperkte plan op deze manier te starten.
De V.V.D.-fractie is van mening dat deze proble
matiek moet worden beoordeeld op het niveau waar
zij thuis hoort: hoofdstructurering van de plan
nen, uitvoeringszaken via een sociaal begeleidings
plan, met een duidelijk stukje inspraak. Binnen de
aangegeven contouren en zonder met de institutio
nalisering te ver te gaan zal men de weg kunnen
vinden waarlangs de zakelijke aspecten moeten wor
den afgehandeld. Men moet proberen de emoties,
die vaak bij dit soort processen worden gevoeld,
op hun waarde te taxeren. Wederzijds moeten de
emoties van degenen die direct bij de gang van
zaken betrokken zijn, zakelijk worden benaderd.
Alleen in dit kader kan een goede afwikkeling van
het stadsvernieuwingsproces plaatsvinden.
Last but not least; voor ons is het allerbe
langrijkste dat de comité's ter plaatse voor de
buurt een voldoende grote representativiteit heb
ben. Al te vaak hebben wij gezien dat kleine groe
peringen hun meningen aan de meerderheid van de
bewoners proberen op te leggen. Tijdens de behan
deling van de binnenstadsbesluiten op 8 maart 1976
heb ik gezegd dat men zich in het comité waardoor
men wordt vertegenwoordigd dient te kunnen her
kennen, Op dat ogenblik was bekend dat enige bewo
ners het juiste aantal weet ik niet niet
achter het eisenpakket stonden dat door een be
paald comité was opgesteld. Zonder de comité's
enig verwijt te willen maken, stel ik vast dat
het primair hun verantwoordelijkheid is namens de