1027
19 SEPTEMBER 1977
totale bevolking in hun buurten te spreken. Het
comité moet de wensen goed inventariseren en in
het kader van zijn bevoegdheden afwegen. De gemeen
te zal tot een beoordeling moeten komen in het ka
der van de bestuurstaak die zij op het gebied van
de herstructurering heeft. Dit afwegingsproces
staat bij ons centraal, want wij menen dat alleen
dit proces de criteria moet opleveren aan de hand
waarvan het sociaal plan, zoals ongetwijfeld nodig
zal zijn, op detailonderdelen kan worden aangepast.
Wanneer het tot een fundamenteler conflict komt,
zal daarover in alle redelijkheid in de commissie
moeten worden gesproken, zonder dat het onderdeel
van politiek gehakketak wordt gemaakt, zoals ver
leden week donderdag naar mijn indruk dreigde te
gaan gebeuren.
De heer HOUBEN: Bij de behandeling van de
twee ordevoorstellen hebben wij verleden week al
enkele algemene aspecten aan de orde kunnen stel
len, zodat we onze bijdrage vanavond vrij kort
kunnen houden. Allereerst iets over de punten a.
en b. van het concept-besluit, waar het sociaal
plan in het geding is. Op diverse ogenblikken opk al
eerder in de commissie, hebben wij te kennen gege
ven het onjuist te achten dat het sociaal plan is
losgekoppeld van de procedure in de richting van
een structuurplan die door deze gemeenteraad wordt
gevolgd. We hebben erop gewezen dat de beide plan
nen met elkaar verweven zouden moeten zijn, waar
bij we hebben aangetekend dat volgens het onder
werp van wet op de stadsvernieuwing het structuur
plan op sociale uitgangspunten geënt moet zijn en
tezamen met alle betrokkenen moet zijn opgesteld.
Helaas wordt in Breda een tweesporenaanpak gevolgd:
het ene spoor is de opstelling van een structuur
plan en het andere spoor is de opstelling van een
sociaal plan, dat echter in de uitgangspunten van
het structuurplan dient te passen.
Dat dit nu juist het grote probleem is, kun
nen we heel duidelijk zien in de Spoorbuurt,