1037 19 SEPTEMBER 1977 voor enig collegeberaad te schorsen. Ik schors de vergadering. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. Wethouder VAN DUN: Het is plezierig te kunnen constateren dat het sociaal plan in algemene zin ook bij de laatste spreker namens de Federatie van Fracties van Partij van de Arbeid en P.P.R. ten principale instemming heeft verworven en dat men zelfs zegt dat het een goed stuk is. Ik wil het woord "goed" terecht laten komen op de plaats waar het thuis hoort en daarom stel ik er prijs op de dank over te brengen aan degenen die in een voor deze gemeente toch wel niet al te vaak vertoond multifunctioneel verband tot het opstellen van dit sociaal plan zijn gekomen. Voorts zal ik het bijzonder op prijs stellen als wij in deze discussie kunnen komen tot een start met dit sociaal plan. Voor de geloofwaardig heid van de raad naar buiten toe en bij wijze van vitamine in de richting van wijken en buurten waar wij straks zullen proberen dingen van de grond te brengen als door u allen bedoeld is het goed als het sociaal plan met algemene stemmen kan wor den aangenomen. Ik heb er evenwel bezwaar tegen daar begint het gedonder al! dat de heer Houben in zijn betoog en in zijn moties en amende ment een krik probeert te zetten onder de besluit vorming van de raad van 8 en 9 maart 1976. Ik ge- loof niet dat wij voor de zoveelste maal dingen in uw herinnering moeten roepen,, maar ik wil er wel op wijzen dat wij vanuit een door de raad goedge keurde procedure tussen 1970 en 1976 zijn gekomen tot gedetailleerde besluiten per wijk en buurt in de binnenstad, welke besluiten door de meerderheid van de raad zijn goedgekeurd. Deze zijn het uit gangspunt voor verder handelen, tenzij op een ge geven moment van de kant van het college en van de kant van de raad, om wat voor reden dan ookf an ders wordt gewild. Op basis van het raadsbesluit van 8 en 9 maart hopen wij op niet al te lange

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1037