19 SEPTEMBER 1977
1038
termijn gedacht kan worden aan december aan
staande of januari 1978 tot een ruimtelijk or
deningsplan te komen, zijnde het structuurplan
voor de binnenstad van Breda. Men moet dit niet
verwarren met een aantal facetplannen, zoals aan
gegeven in het preadvies. Die facetplannen, de
parkeernota en het verkeerscirculatieplan, hebben
hier wel alles mee te maken. Daarnaast is er het
sociaal plan voor de binnenstad. De heer Houben
schudt wel zijn hoofd, maar ik hoop toch dat wij
met elkaar kunnen blijven communiceren. Dat soci
aal plan heeft dezelfde doelstelling als het struc
tuurplan voor de binnenstad, namelijk het bevorde
ren van de leefbaarheid van de binnenstad. Het
verschil tussen het structuurplan en het sociaal
plan is dat het structuurplan in ruimtelijke orde
ningsprocedures de welzijnsbevordering en de on
dersteuning van de functie wonen waarmaakt die u
wenst. Het sociaal plan daarentegen probeert van
uit een doorlichting van de feitelijke sociaal
maatschappelijke situatie in de binnenstad metho
des en handreikingen aan te geven, om met de be
langhebbenden dat zijn er vele te komen tot
de invulling van het structuurplan, zoals bedoeld
in de besluitvorming van 8 en 9 maart 1976.
Aangezien het sociaal plan methodes moet aan
geven om samen met de bewoners tot de gezamenlijk
beoogde invulling te komen, is het duidelijk dat
deze nota op de nota inspraak moet zijn afgestemd;
de heer Van Duijl heeft dit al geconstateerd. Dit
betekent heel nadrukkelijk dat wij dit proces niet
alleen van de kant van de gemeente willen aangaan,
maar dat wij het samen met de bewoners willen doen
Ook betekent dit heel duidelijk dat wij na het
aanhoren van de bewoners niet naar huis gaan en
zeggen: wij zoeken het wel uit. Het woord "parti
cipatie", dat in de nota inspraak is gebruikt, is
hier met recht op zijn plaats.
Thans ga ik dan op het "hangijzer" in, waar
bij ik mij niet wil verschuilen achter een opmer
king die ik de vorige week heb gemaakt door te