19 SEPTEMBER 1977
1040
dit wat ongenuanceerd en onverhoeds in het pread
vies terecht is gekomen, weet waaraan men toe is.
Men weet hierdoor ik sluit mij thans aan bij
de woorden van de heer Taks dat wij gezien het
huidige materiaal, gezien onze opvatting over ar
tikel 61 en gezien het feit dat wij weten waar wij
aan toe zijn, artikel 61 op dit moment 'niet de
juiste weg achten om te komen tot het gezamenlijke
proces. Ik ben het ook met de heer Taks eens dat
wanneer er duidelijke indicaties komen dit zijn
nooit alleen maar de pure wensen van de burgerij
die hard aantonen dat het proces alleen kan
slagen met toepassing van artikel 61wij het lef
moeten hebben ons standpunt te herzien. Het be
schikbare materiaal en het inzicht van dit moment
verschaffen ons echter thans niet de vrijheid om
af te stappen van een bestendige gedragslijn van
het college sedert 1971. Het zal duidelijk zijn dat
aanneming van het amendement van Partij van de Ar
beid en P.P.R. op dit punt door het college wordt
ontraden.
De heer Van Duijl heeft gezegd dat de tijd
voor de raad nogal kort is geweest. Dat mag zo
zijn, maar anderzijds is het sociaal plan niet uit
de lucht komen vallen. Al geruime tijd is op de
agenda van de commissie ruimtelijke ordening als
ter kennis te nemen punt de voorbereiding van het
sociaal plan, het bekende rode boek, vermeld, ter
wijl voorts de aankondiging van het sociaal plan
als zodanig al vele malen is gedaan. Ik wil niet
zeggen dat de gedachten welke rond het sociaal
plan leven niets nieuws betekenen, maar de raad
kon die wel verwachten. Ik ben blij dat de heren
Van Duijl en Ten Wolde en eigenlijk ook de heer
Houben ermee akkoord gaan dat wij enigermate anti
ciperen op de begrotingsbehandeling. Inderdaad
staan pas in de meerjarenbegroting 1978-1981 de
bedragen aangegeven, welke het financieel kader
aangeven voor het stadsvernieuwingsproces binnen
het kader van het sociaal plan zoals door ons is
bedoeld. Ik ben er ook blij om dat er geen enkel