1041
19 SEPTEMBER 1977
verschil van mening is over het geven van priori-
teit aan de Spoorbuurt-WestEr zijn in het ver
leden vanuit alle fracties in de raad duidelijke
indicaties gegeven en uit het objectieve materi
aal dat in het sociaal plan is ingebakken blijkt
nadrukkelijk dat het de moeite waard is in de
Spoorbuurt-West dit avontuur aan te gaan.
Ik kom dan meteen op het tweede amendement
van de Partij van de Arbeid en de P.P.R. Zojuist
zei ik al in de richting van de heer Houben dat
wij in s hemelsnaam niet de besluitvorming van
8 en 9 maart 1976 onder de tafel moeten zetten.
Wij hebben twee verschillende besluiten over de
Spoorbuurt genomen. U weet dat de Spoorbuurt-West
bijzonder onderhevig is geweest aan de resultante
van de inspraak en dat wij in dat gedeelte van de
Spoorbuurt het wonen het accent willen geven waar
de bewoners om hebben gevraagd. Wat de Spoorbuurt"
Oost betreft heeft de raad het besluit genomen dat
daar ook wat kantoren zijn toegestaan. Mijns in
ziens wordt aan het proces tekort gedaan als wij
de door de raad genomen besluiten op deze twee
punten met elkaar vermengen, waardoor wij komen
tot een bij voorbaat te moeilijke situatie in het
geheel. Ik meen dat wij ons in bescheidenheid tot
eenduidige, singuliere wijken en buurten moeten
bepalen om daarmee bij wijze van experiment te
starten. Een vermenging van de verschillende doel
stellingen voor de Spoorbuurt-West en de Spoor-
buurt-Oost, waartoe de raad heeft besloten, zou
ook voor de bewoners tot gevaarlijke en onduide
lijke situaties kunnen leiden. Om die reden meent
het college dat ook aanneming van het tweede amen
dement van de Partij van de Arbeid en de P.P.R.
aan de raad moet worden ontraden.
De heer Van Duijl heeft over artikel 61 ge
praat, maar ik meen daarop al voldoende te zijn
ingegaan. Op het bewaken van de financiële conse
quenties kom ik dadelijk terug als ik de motie
van de Partij van de Arbeid en de P.P.R. onder de
loep nemen. Ik moet u al wel zeggen dat wij u geen