19 SEPTEMBER 1977
1042
droomkastelen kunnen voortoveren. In de meerjaren
begroting, waarop de heer Van Duijl met zijn frac
tie wil anticiperen, is het financiële kader voor
de stadsvernieuwing aangegeven. In het kader van
de gehele gemeentelijke prioriteitstelling is dit
geen botertje tot de boom. Het is één van de taken
van het voorbereidingsteam in de informatie aan de
bewoners aan te geven dat men geen gouden bergen
moet verwachten. Wij zullen ons ook niet willoos
als koper op de markt gaan bewegen en met name op
dat punt heb ik moeite met de motie van de heer
Houben. Het mogelijke en niet al te ruime finan
ciële kader is aangegeven. U ziet dat de groep die
wat dit betreft aan het werk zal gaan niet alleen
bestaat uit mensen uit het sociaal-maatschappelijk
werk en mensen van de technische dienst van open
bare werken, maar dat er ook mensen van de admini
stratie van de dienst van openbare werken in zijn
opgenomen. Die laatste discipline is met name hier
in opgenomen om het financiële avontuur nauwlet
tend te bewaken.
De heren Ten Wolde en Van Duijl hebben terecht
gezegd dat de opbouwwerker in het gehele proces
een stuk toegevoegde waarde is. Hij mag geen belas
ting op de toegevoegde waarde worden, maar ik ge
loof ook niet dat dat zal gebeuren. Wij moeten de
opbouwwerker de functie geven die voor hem is be
doeld. Hij is geen lid van het team, maar voegt
een stukje deskundigheid toe aan het proces, in
welke hoedanigheid hij mede verantwoordelijkheid
draagt voor het proces f doch niet voor de inhoude
lijke uitkomsten daarvan. Er zal de nodige sou
plesse moeten worden toegepast en ik meen dat de
terugkoppeling naar de raad zoals aan u wordt voor
gesteld de enig juiste weg is.
Jk kan geen antwoord geven op de vraag van de
heer Van Duijl binnen hoeveel tijd een aanvang zal
worden gemaakt met het werk in de Spoorbuurt. Ik
geloof dat het te veel druk op enerzijds de bewo
ners van de Spoorbuurt en anderzijds de werkers in
het veld zou leggen als ik mij in termen van