19 SEPTEMBER 1977 1052 tegen, ik heb de indruk dat die opmerking een beetje aansluit op het verwijt dat de V.V.D. ons de vorige week maakte, namelijk dat wij het college te veel voor de voeten zouden lopen. Bedoelde de wethouder het in die zin? Wethouder VAN DUN: Nee, bij het bezoek aan de wijk liep de heer Houben achter mij en daar had ik geen enkele last van. De heer Ten Wolde sprak over een spanningsveld waarin het gehele proces is inge kaderd. Er zijn zo veel componenten, dat ik het voor het hele proces te moeilijk zou vinden als er ook nog partijpolitieke spanning in de wijk bij zou komen. De heer HOUBEN: Mijn ervaring is dat je er toch niet aan ontkomt de politiek erbij te halen, omdat uiteindelijk de beslissingen door een meer derheid worden genomen. Je ontkomt er dan ook niet aan in de wijk duidelijk te maken hoe de politieke situatie is. Ik geloof ook dat wij als leden van politieke partijen de plicht hebben duidelijk te maken wat naar onze mening vanuit onze optiek zou moeten gebeuren, omdat wij anders de situatie zouden verdoezelen. De heer TEN WOLDE: Wij maken dat hiér duide lijk, door in een weloverwogen discussie tussen de partijen in deze raad ons standpunt op tafel te leggen. De heer HOUBEN: De mensen die wij vertegen woordigen moeten natuurlijk wél weten wat wij met wat zij inbrengen gaan doen. Dit betekent dat zij kijk moeten hebben op het filteringsproces dat gaat plaatsvinden, eerst in de fracties en vervol gens in deze raad. Teneinde de bestuurden duide lijk bij het bestuur te betrekken is het goed dat zij weten wat wij met hun inbreng en met wat zij denken gaan doen. Het is ook één van de achter gronden van ons wijkwerk dat wij proberen duide lijk te maken waarom wij vinden dat in een buurt wel of niet iets moet gebeuren en of het versneld

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1052