19 SEPTEMBER 1977
1054
De heer CRUL: Met name de heer Taks is in al
gemene zin nog even op de inspraaknota teruggekomen
en ik meen dat hij de besluiten die in het kader
daarvan zijn genomen wat verkeerd beoordeelt. Ik
kan mij nog herinneren wanneer wij met de zaken
rond de inspraak zijn begonnen. Eigenlijk hebben
wij ons vanaf de start met inspraak en 'participa
tie beziggehouden. In eerste instantie werd er al
leen over inspraak gesproken, maar gaandeweg is
ook de mogelijkheid van participatie ingebouwd in
de nota. Ons amendement sluit eigenlijk een beetje
aan op de gebeurtenissen welke zich in de laatste
jaren tot nu toe op inspraakgebied hebben voorge
daan. Van bijna niets zijn wij tot de hearing in
de schouwburg gekomen, waarop de wethouder ook al
even is ingegaan. Daarna hebben er nogal wat ge
beurtenissen in de wijk plaatsgevonden, waarbij je
in bepaalde gevallen van een beperkte projectaan
pak kon spreken. In de Hoge Vucht bestaan nu pro
jectgroepen; er vindt daar een bepaalde vorm van
inspraak plaats. Wij menen dat wij de nek wat dit
betreft moeten uitsteken en dat wij ook aan de
participatie, die nadrukkelijk in de inspraaknota
is genoemd, vorm moeten geven. In die zin is ons
amendement ook bedoeld. Ik geloof ook niet dat er
in de commissie algemene zaken en in de raad ooit
misverstand over heeft bestaan dat er eveneens een
mogelijkheid voor die vorm van inspraak aanwezig
is. Wij zijn het er niet mee eens dat het gebied
waar wij nu over spreken van beperkte omvang is.
Het is misschien wel van een andere opbouw dan de
andere woonwijken, maar er zijn in ieder geval
voldoende problemen aanwezig om ook die vorm van
inspraak toe te passen. Aan de bewoners moet dui
delijk worden gemaakt dat hun inbreng tot aan het
moment van de beslissing op zijn waarde wordt ge
schat. De verantwoordelijkheden liggen duidelijk
vast en het bestuur van de stad kan toch zijn taak
blijven vervullen, zowel voorafgaande aan de in
stelling van een artikel 61-commissie als daarna.
Wij pleiten voor de uiterste vorm van participatie