1055
19 SEPTEMBER 1977
met toepassing van artikel 61.
De heer Ten Wolde heeft opgemerkt dat zijn
fractie wat anders te werk gaat. Zijn politieke
partij presenteert zich door vergaderingen in de
stad, door middel van fractievergaderingen en in
de raad. Bijna altijd ontbreekt dan echter de con
frontatie tussen het bestuur, de politieke partij
en, en de burgers over de zaken waarover beslis
singen worden genomen. Door toepassing van artikel
61 kan die confrontatie nadrukkelijk wél plaats
vinden.
De heer VAN DUIJL: De heer Crul constateert
dus dat we in Breda wat de inspraak en de partici
patie betreft toch vorderingen hebben gemaakt. Ik
vraag mij daarom af waarom hij het nodig vindt
daarover nog een amendement in te dienen.
Wethouder VAN DUNIk kan u in oprechtheid
zeggen dat ik zo onder de indruk ben van het stand
punt dat de heer Houben naar voren bracht, dat ik
eigenlijk van een tweede termijn zou willen afzien
Als ik hem goed heb begrepen is hij bereid mee te
gaan met de besluitvorming zoals het college die
voorstelt. Toch moet ik nog twee opmerkingen maken
en ik hoop dat die goed overkomen. Ik wil namelijk
geen enkel misverstand laten bestaan over mijn op
vattingen over de motie van de Partij van de Ar
beid en de P.P.R. De heer Houben heeft uit mijn
betoog geconcludeerd dat de wil er is om in situa
ties te duiken waarin onverwachte dingen kunnen
gebeuren. Als dagelijks bestuurder acht ik het
mijn plicht nogmaals erop te wijzen dat dit in een
bepaalde context moet worden geplaatst. Ik ben na
melijk bereid dat te doen binnen het bestaande
wettelijke kader, binnen het bestaande budget en
zonder dat het totale proces wordt gefrustreerd.
Ik vind het jammer dat de heer Crul wat arti
kel 61 betreft, waarover de heer Taks een filosofie
naar voren heeft gebracht, geen vertrouwen in ons
heeft. We zijn inderdaad bezig met projectgroepen
in de wijk, maar bovendien doen we op bepaalde