1073 28 SEPTEMBER 1977 3. Uit de klachten blijkt dat reparaties en verbeteringen vaak slordig en ondoelmatig worden uitgevoerd. Het lijkt wenselijk te bestuderen in hoeverre het mogelijk is eventueel samen met één of meer woning bouwverenigingen een eigen onderhoudsdienst op te zetten. 4. Voorts zou moeten worden nagegaan welke regelingen er zijn die het mogelijk maken bewoners die zelf verbeteringen hebben aangebracht financieel tegemoet te komen. Dergelijke regelingen zouden volgens onze inlichtingen inderdaad bestaan. Tot slot nog iets over de gedoogplicht, die zeker niet is bedoeld om hele complexen tegen de zin van de bewoners tegeltjes op te dringen. De gedoogplicht dient alleen en uitsluitend te worden gehanteerd in uitzonderingsgevallen, als de belan gen van de willige huurders dreigen te worden ge schaad. Het is duidelijk dat zal moeten worden ge streefd naar een zódanig verbeteringsbeleiddat de toepassing van de gedoogplicht overbodig wordt. De heer HOUBEN: Ik wil iets zeggen over een tweetal punten dat wij aan twee conclusies van het college zouden willen toevoegen. Op blz. 18 staat in de conclusie b 4 dat in de gevallen waarin men niet bereid is een integraal verbeteringsplan te aanvaarden, in ieder geval twee verbeteringen tot stand zouden moeten komen. Deze verbeteringen zou men tegen een redelijke huurver hoging moeten aanvaarden. Het gaat daarbij om: 1het opruimen van de beerputten en een eigen aansluiting op het hoofdriool; 2. uitbreiding van elektrische installa tie, om te voldoen aan de huidige eisen in verband met veiligheid." (onderstre ping van dhr. Houben) Nu hebben burgemeester en wethouders in het voorstel ten aanzien van de 96 woningen aan de Van Oldenbarneveltstraat zelf laten blijken dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1073