21 MAART 1977 107 is. erkend dat er twee kanten van één zaak in het geding zijn. Onze vragen moeten tegen deze achtera- grond worden gezien. Ik noem allereerst de eerste twee vragen. Op grond van welke regeling heeft het college het recht de werkzaamheden van het bouw rijp maken te laten aanvangen voordat de toestem ming hiertoe door gedeputeerde staten is verleend? Wat is de bestuurlijke en juridische basis op grond waarvan de werkzaamheden van het bouwrijp maken kunnen worden uitgevoerd zonder dat een ver klaring van geen bezwaar is afgegeven? De federatie van fracties van P.v.d.A. en P.P.R. heeft uitdrukkelijk verzocht op de hoogte te worden gehouden. Dit is in de commissie openba re werken toegezegd, maar in feite totaal niet ge realiseerd. In de commissie openbare werken is met betrekking tot het krediet voor het bouwrijp maken van de terreinen Meent/Besteveld en Charlotten- burg/Bisschopshoeve op 24 februari niets meegedeeld over de artikel 19—aanvrage, terwijl de wijkraad Oost op 15 februari al een brief van gedeputeerde staten had ontvangen over het voorlopig niet afge ven van de verklaring van geen bezwaar. Eén van onze fractieleden, mevrouw Stutterheim, zal daar bij de behandeling van het desbetreffende agenda punt nog op terugkomen. Ik noem de laatste twee vragen. Welke financiële en juridische gevolgen kunnen worden voorzien indien de vereiste goedkeu ringen in dezen achterwege blijven? Is het college bereid onmiddellijk met de werkzaamheden van het bouwrijp maken te stoppen? Onze zorg is groot en wij achten de handel wijze van het college niet juist. We hopen met de andere fracties in deze raad tot een werkelijk ge sprek over deze belangrijke zaken te komen. De ge loofwaardigheid van het stadsbestuur is in het ge ding en als we zo doorgaan - beter gezegd: als het college, gesteund door de andere fracties, zo doorgaat komt het er op het punt van de ruim telijke ordening en van de stedebouwkundige in richting van onze stad op neer dat de taak van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 107