1085 28 SEPTEMBER 1977 geharreward over het wel of niet aannemen van een verbeteringsplan, moet mij van het hart dat wij dit vrij moeilijk kunnen begrijpen. In een tijd waarin we ons duidelijk bewust zijn van de woon wensen die ieder gezin heeft, zouden we er toch met z'n allen aan moeten gaan staan de woningen die wat wooncomfort betreft zijn achtergebleven, op te krikken. Duidelijk is dat daar iets voor moet worden betaald. We kunnen nu eenmaal niet voor een dubbeltje op de eerste rij zitten! Voor het betere wordt altijd meer betaald. Daarbij moet dan ook nog worden aangetekend dat niemand een te groot deel van zijn inkomen voor het bewo nen van een goed huis hoeft af te staan; we ken nen immers het systeem van de individuele huur subsidie Het is, dunkt ons, een taak van de stedelijke overheid verkrotting van ons woningbezit tegen te gaan. Wij willen huizen die ook voor de volgende generatie onze kinderen nog bewoonbaar en comfortabel zijn en die aan de eisen van deze tijd voldoen. Het zou een teken van solidariteit zijn als iedere betrokkene daar ook eens aan wilde denken. Mochten ondanks dit alles bewoners toch voor alleen onderhoud kiezen, dan wil het college het betrokken complex achter op de lijst van te ver beteren complexen plaatsen. Ik heb horen verluiden dat dit als een straf wordt ervaren, maar dat is, dunkt mij, een morele categorie, terwijl het col lege hier slechts een procedurevoorstel doet dat alleszins redelijk lijkt. Bij verdeeldheid van de bewoners en in geval len waarin geen overeenstemming met de bewoners wordt bereikt, willen burgemeester en wethouders de commissie openbare werken als adviseur van hun college laten optreden. Op zichzelf heb ik daar geen bezwaar tegen. De leden van de commissie openbare werken zijn al meermalen gezamenlijk de wijk in geweest en ze zijn bekend met de proble matiek. Een voortdurende terugkoppeling naar de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1085