1093
28 SEPTEMBER 1977
terecht het verschuiven van een douche en een
w.c. niet als een verbetering. Tevens vond men het
aanbrengen van tegelwerk en het uitbreiden van de
elektrische bedrading geen verbeteringen; men wen
ste dat het achterstallig onderhoud zou worden
uitgevoerd zonder huurverhoging, dus ook zonder de
broodnodige steun van het rijk. Een en ander vorm
de voor de directeur van openbare werken reden om
op 27 oktober 1976 voor te stellen in Breda met
renovaties en opknapbeurten te stoppen en over de
ze problematiek een nota uit te brengen, Het col
lege heeft dit voorstel overgenomen, wat mijn
fractie juist acht.
De nota zelf is echter een moeilijk leesbaar
stuk geworden en vormt voor niet-ingewijden een
onbegrijpelijk geheel. Ook ik geef toe dat de nota
pas iets voor mij ging betekenen na behandeling in
de commissies. Wij kunnen de nota niet direct zien
als een beleidsplan. Daarom vraag ik het college;
komt er nog een beleidsplan, althans een eerste
aanzet daartoe, waarin tevens de financiële conse
quenties inzichtelijker worden gemaakt? Hoe lang
denkt de wethouder dat het zal duren voordat men
een operationeel beleidsplan of een eerste aanzet
daartoe aan de raad kan presenteren? Of meent hij
dat men slechts naar de bladzijden 14 en volgende
van de nota hoeft te kijken om te weten wat ons
de komende jaren te doen staat? Wat betekent de
aanvaarding van deze nota in concreto voor de be
woners? Wij hopen dat de wethouder zijn eerder
gedane toezeggingen aan de diverse comité's in de
Scheldestraat nog steeds handhaaft, los van de
nota. Is hierover in het college reeds gesproken
en besloten? Wat is hieromtrent de opvatting van
het college en dienen deze plannen, gezien het na
derende winterseizoen, niet versneld aan de raad
te worden voorgelegd?
Uit de conclusies blijkt dat het college,
wanneer geen overeenstemming wordt bereikt, terug
wil gaan naar de commissie. Wij achten het zinnig
dat beide partijen hiervan op de hoogte zijn.