28 SEPTEMBER 1977 1098 moeilijk is de regelmatige uitkomende regelingen van het rijk te bevatten en ik vind het een goed voorstel daarvan in Indruk een gepopulariseerde uitgave te doen verschijnen. Uit de woorden van mevrouw Muntjewerff heb ik afgeleid dat er slecht werk is afgeleverd. Als dit waar is, moet er mijns inziens een grondig onder zoek worden ingesteld en wanneer het afleveren van slecht werk bij herhaling voorkomt, moet dit tot uitsluiting van de betrokken ondernemer leiden. Het afleveren van slecht werk en het misbruik ma ken van een meer dan overbelast ambtenarencorps is niet acceptabel. Over de gedoogplicht heeft de heer Van Duijl terecht gezegd dat er voorrang moet worden gegeven aan mensen die bereid zijn medewerking te verlenen Ik geloof dat dat ook redelijk is. Er moeten plan nen worden gemaakt en in uitvoering gebracht en in het kader van de financiën moeten de dingen op een rijtje worden gezet. We hebben wel gezien dat in het fonds risicoreserve een zeer aanzienlijk be drag aanwezig is, maar we hebben uit de nota kun nen opmaken dat het bedrag dat voor het onderhoud en de verbeteringen nodig is ettelijke malen het bedrag van de risicoreserve overschrijdt. Men zal dus een keuze moeten doen, terwijl men tevens ver plicht zal zijn gebruik te maken van alle middelen die het rijk biedt, wil men de pot niet opmaken. Laat het fonds geen doos van Pandorra worden! Op die manier zouden mensen die er later uit zouden willen putten, dat niet meer kunnen doen, aange zien van gemeentewege geen bijdrage zou kunnen worden verleend: we zouden dan immers in alle goed moedigheid de pot hebben opgemaakt en niet hebben verdeeld onder de mensen die het geld nodig hebben Het is correct als wordt opgemerkt dat de beerputten voor rekening van de verhuurder zouden moeten worden verwijderd. Ik geloof echter dat het geen zin heeft die opmerking hier te maken, want dit is naar ik meen als ik het goed heb gelezen want ik zit niet in de betrokken commissie al

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1098