28 SEPTEMBER 1977
1102
naoorlogse huizen, met al hun problemen waar we
straks uiteraard op terugkomen, zijn gebouwd in
een tijd waarin meer snel dan adequaat gebouwd
moest gaan worden, zodat we op dit ogenblik met de
moeilijkheden zitten. We zitten tegelijkertijd met
de bewoners. Ik vind dat je voor hen een ongeloof
lijk groot respect moet hebben, omdat je metterdaad
kunt constateren dat ze in situaties verkeren die
niet optimaal zijn. Zij krijgen te maken met een
gemeente die vroeger ten opzichte van hen erg op
afstand heeft gestaan, zij moeten onderhandelen en
bij elkaar gaan zitten en zij zijn niet gewend aan
de huurverhogingen waarover wij praten. Ook zij
zullen hun nek moeten uitsteken.
We praten ook over een gemeenteraad, die zich
omstreeks 1969/1970 met deze problematiek is gaan
bezighouden en die het ontzettend moeilijk heeft
dit onderwerp zakelijk, menselijk-emotioneel en
maatschappelijk te bekijken en partijpolitieke
standpunten niet te doen prevaleren. We praten ook
over een dienst openbare werken, die namens ons de
echte "huisbaas" speelt. Deze dienst had vroeger
eigenlijk maar één taak, namelijk het beheer van
het gemeentelijk woningbezit, dat op zakelijke
wijze werd gevoerd. In die zakelijkheid is de maat
schappelijke beleving ingeslopen. We waren met ons
woningbedrijf metterdaad bezig te zorgen voor huis
vesting voor de sociaal zwakkeren in onze maat
schappij Op dat zelfde ogenblik krijgt een dienst
openbare werken een extra dimensiemaar ook die
dienst zal zijn nek moeten uitsteken.
We praten daarnaast over de provincie en het
rijk, die helemaal niet weten net zo min als
wij hoe deze problematiek nu exact moet worden
opgepakt. Wij hebben niet de pretentie te zeggen:
met deze nota bent u uit de ellende. Zoals op blz
2 staat, is deze nota ik kom straks toe aan de
vraag waarom zij is opgesteld geen spoorboekje
waarin men kan lezen hoe het moet. We zullen steeds
met elkaar over deze problematiek moeten blijven
corresponderen en praten. In ieder geval weten de