1107 28 SEPTEMBER 1977 indruk wekken dat dat een remedie zou zijn. Uit voering van deze gedachte van mevrouw Muntjewerff zou er mijns inziens alleen maar toe leiden dat we nog drie andere communicatiekanalen nodig hebben met een x aantal ambtenaren om het draaiboek te maken en bij te houden. Laten we de mensen gewoon gebruiken om in het veld aan de problematiek te werkenI Naar de mening van mevrouw Muntjewerff kunnen de problemen worden opgelost door het in combina tie met de woningbouwverenigingen instellen van een onderhoudsdienst. Het is volstrekt niet op verzoek van het college, maar zuiver toevallig dat vanmorgen een artikel in de krant stond over de woningbouwvereniging "Sint Joseph", en hoewel ik dat artikel niet als bewijs wil gebruiken, pleit ik ervoor op te houden de woningbouwverenigingen als betere "huisbazen" te beschouwen dan de ge meente. In de commissie hebben we daar ook al over gesproken: ik heb in bepaalde opzichten het groot ste respect voor de woningbouwverenigingen, maar het is natuurlijk al te gemakkelijk een vergelij king te trekken als je een woningbouwvereniging met de laatst gereed gekomen complexen opzadelt terwijl wij ik durf het bijna niet te zeggen -- met de oude rotzooi en met de troep zitten waar we leefbare huizen van moeten maken. Zoals de heer Elich in de commissie openbare werken heeft ver teld, zal men, óók wanneer tot pooling in een ge zamenlijke onderhoudsdienst wordt overgegaan, met aannemers, opzichters en klachten in de wijk zelf te maken krijgen. Ik vermag op dit ogenblik nog steeds niet te begrijpen dat de situatie op deze manier voor de huurders zou verbeteren. De opmerking van mevrouw Muntjewerff dat de gedoogplicht overbodig is, lijkt mij op dit moment nogal prematuur. Ik ben er nog niet van overtuigd dat de gedoogplicht overbodig is, maar ik hoop wèl dat zij overbodig zal blijken. De heer Houben heeft gesproken over beerput ten en over de elektrische installatie. Ik vind

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1107