110
21 MAART 1977
situatie maakt artikel 19 het mogelijk op een de
finitief bestemmingsplan vooruit te lopen.
Het is niet moeilijk een ander voorbeeld te
noemen. Ook voor de Gerardus Majellawijk men
weet hoe lang daarover is "gestoeid" gebruiken
we artikel 19, en wel omdat de bewoners niet kun
nen wachten totdat we over een kant-en-klaar be
stemmingsplan beschikken: we lopen op dat bestem
mingsplan vooruit om ervoor te zorgen dat we op
zijn minst kunnen doen wat zes jaar geleden is be
loofd.
Mevrouw Paulussen heeft gezegd dat tegen de
artikel 19-procedure kan worden ingebracht dat be
langhebbenden geen kans zouden hebben om bezwaar
te maken. Nu breekt me de klomp.' Ten aanzien van
de verklaring van geen bezwaar waar bij de provin
cie om is gevraagd, zijn er drie bezwaren binnen
gekomen, die door het provinciaal bestuur zullen
worden getoetst. Deze bezwaren waren afkomstig van
de Brabantse Milieufederatie, van de Stichting
Werkgroep de Haagse Beemden en van de werkgroep
"Een ander Breda". Nu zijn er twee mogelijkheden.
De eerste is dat dit geen belanghebbenden zijn
dat zou best eens waar kunnen zijn en dan heeft
mevrouw Paulussen gelijk. De tweede mogelijkheid
is dat mevrouw Paulussen ongelijk heeft als zij
zegt dat belanghebbenden geen kans hebben om be
zwaren aan te tekenen. De bezwaarschriften liggen
levensgroot op tafel en zullen bij de provincie
worden gewogen in het kader van het al dan niet
verlenen van de verklaring van geen bezwaar.
Mevrouw PAULUSSEN: Maar er is geen mogelijk
heid tot beroep op de provincie en de Kroon!
Wethouder VAN DUN: Wel op de provincie. Dat
zit ik nu juist te betogen.
Mevrouw PAULUSSEN: Niet volgens de wet op de
ruimtelijke ordening, zoals bij de normale bestem
mingsplanprocedure wèl het geval is.
Wethouder VAN DUN: Ik zou mevrouw Paulussen