nil
28 SEPTEMBER 1977
waarover we beschikken. Men weet dat onze finan
ciële mogelijkheden strikt formeel en strikt mate
rieel geredeneerd niet zo groot zijn. Het finan
cieel aspect van het hele gebeuren beperkt zich
tot de huuropbrengst, de risicoreserve en de on-
derhoudsfondsen. Nu meent de heer Crul desondanks
ik vind dat een nogal goedkope opmerking van
hem, die ik overigens ook in het discussiestuk
terugvind dat we rechts uit de flank in de
richting van Breda-West zullen moeten gaan en daar
de huizen zullen moeten herstellen. Ik krijg een
beetje de indruk dat de heer Crul zegt: en dan
moeten we maar eens gaan kijken wat we voor geld
beschikbaar hebben om vervolgens dat geld voor dit
doel te besteden. Ik vind deze opmerking levensge
vaarlijk, vooral als ik eraan denk dat zij een
eigen leven zou gaan leiden. Ik krijg de indruk
dat de heer Crul de buitenwereld suggereert dat er
een mogelijkheid is, terwijl hij beter eens zou
kunnen nagaan wat er wel en niet kan. Waartoe heb
ben we in het verleden besloten? De heer Crul weet
dat de onderhoudsfondsen niet toereikend zijn voor
het gehele programma. Natuurlijk is het hartstikke
interessant dat de risicoreserve, na aftrek van de
2 miljoen die bezet zijn, 21 miljoen omvat,
maar we zullen er het komend jaar wèl 105 mil
joen van moeten uitgeven! Hoewel het politiek na
tuurlijk interessant zou zijn als we de kraan voor
de op dit ogenblik te verrichten activiteiten open
zouden zetten onder het motto "na ons de zond
vloed meen ik dat het, zoals de heer Van Ban
ning terecht heeft gezegd, niet juist zou zijn als
de risicoreserve leeg zou worden aangetroffen in
dien er later voor bepaalde complexen een beroep
op zou worden gedaan.
De heer CRUL: Ter voorkoming van misverstan
den wil ik, ook aan het adres van de heer Van Ban
ning, de volgende opmerking maken. Inderdaad wordt
in de nota een bedrag van 105.000.000,genoemd,
waarbij je overigens, gezien de grote verschillen,