1113
28 SEPTEMBER 1977
toe te laten blijken.
Op enkele punten is de heer Crul naar zijn
zeggen anders geïnformeerd dan door het college.
Dit doet mij wederom naar de participatie van de
Partij van de Arbeid in het college hunkeren, op
dat zulke andere informatie ook op bestuurlijk
niveau beschikbaar komt. Misschien is het jammer
dat mijn portefeuille door een wethouder van het
C.D.A. wordt beheerd en verlopen daardoor onze
contacten met "Den Haag" moeilijker en met meer
fricties dan die van de fracties van de heer Crul.
Ik moet mij echter behelpen met de opmerkingen die
de aangewezen ambtenaren van de minister en de
staatsecretaris ons doorgeven. Ik moet eerlijk
zeggen dat wij niets anders weten dan hetgeen we
in de nota onder woorden hebben gebracht. De bur
gemeester heeft eens een keer gezegd dat iets "de
waarheid en niets dan de waarheid" was, woorden
waarbij ik mij op dit ogenblik zou willen aanslui
ten. Wanneer de heer Crul over andere informatie
zou beschikken, dan zouden de ambtenaren van de
minister ons verkeerd hebben ingelicht en dat lijkt
mij volstrekt onmogelijk.
Er is door iemand ik mag niet zeggen dat
het de heer Kaarsemaker was, want ik zou hem niet
beantwoorden I een vraag gesteld over de rijks
consulenten die ter zake functioneren. Ter voor
koming van misverstanden wijs ik er in dit verband
op dat de rijksconsulenten nu juist de mensen zijn
die ons anderhalf jaar op het verkeerde spoor heb
ben geholpen. Uit de verslaglegging van de beruch
te bijeenkomst in het Westeinde met alle bewoners
comité' s blijkt dat de rijksconsulent, die daar
aanwezig was, ons ik zeg dat met alle respect
voor zijn functioneren goed anderhalf jaar het
bos heeft ingestuurdl Dit is wat op blz. 1 van de
nota wordt verwoord. Het komt erop neer dat de
5 %-regeling gewoon flauwe kul is en dat de 2,5%
regeling geldt. We zijn echter wèl anderhalf jaar
lang bezig geweest op basis van de 5 %-regeling
met de bewoners te praten. Ik wil niets afdoen