28 SEPTEMBER 1977
1114
aan het functioneren van de rijksconsulenten en
aan de informatie die sommige fracties in deze
raad krijgen, maar er is juist terwille van deze
nota een herhaald overleg met de provinciale over
heid en de rijksoverheid gepleegd, opdat wij de
raad exact zouden kunnen informeren.
Terecht heeft de heer Crul naar een verklaring
van de calculatieverschillen tussen 1974 en nu ge
vraagd. Ik heb wat dat betreft nog niet helemaal
de vinger achter de boord kunnen krijgen. Vanmid
dag heb ik een en ander nog met enige ambtenaren
besproken en ook mij frapperen deze verschillen in
hoge mate. Ik geloof niet dat er destijds andere
complexen werden bedoeld: we spreken nu over de
zelfde complexen, maar er is, zoals ook de heer
Crul heeft gesignaleerd, enig meerwerk in het ge
ding. Met de geldontwaarding en de prijsstijging
zijn de verschillen slechts voor een deel te ver
klaren en ik meen dan ook dat de verschillen gro
tendeels hun oorzaak vinden in het feit dat wij op
het ogenblik in staat zijn ten aanzien van groot
onderhoud en verbeteringen beter te calculeren dan
in 1974, toen de operatie voor wat de naoorlogse
complexen betreft voor ons allen eigenlijk nog een
groot avontuur was.
De heer Van Duijl heeft in grote lijnen te
kennen gegeven dat hij het met de opstelling van
het college eens is. Ik ben blij met zijn begrip
voor het zakelijke karakter van de nota. In de com
missie is gewezen op de afwezigheid van emotie,
maar de heer Van Duijl heeft terecht betoogd dat
we op dit ogenblik met emotie niet zo veel doen en
dat we zakelijk zullen moeten laten zien waar we
over praten en wat er aan de hand is.
Een vraag van de heer Van Duijl hield naar ik
heb begrepen in dat het klachtensysteem over een
half jaar nader aan de orde zou moeten komen. Ik
hoop dat hij goed vindt dat dat in de commissie
openbare werken gebeurt, want het lijkt mij niet
nodig dit aspect in de raad te behandelen. Als de
vraag van de heer Van Duijl betrekking had op een