1117 28 SEPTEMBER 1977 Voor het betoog van de heer Van Asseldonk heb ik bijzonder veel waardering. Daarmee doel ik dan niet alleen op het gedeelte waar ik persoonlijk in het geding was: ik vind dat de heer Van Asseldonk de materie heel genuanceerd heeft benaderd en ik geloof dat hij zich in mijn beantwoording zal kun nen vinden. Niemand ook de gemeente niet en ook ik niet heeft de pretentie dat er geen fouten worden gemaakt. We hebben veel van elkaar geleerd en we zullen nog veel van elkaar moeten leren; zo lang we dat begrip voor elkaar hebben, mogen we naar ik meen met enig vertrouwen de toekomst tege moet gaan Ik heb niet de moed en de kennis om de vraag "wanneer is het misgegaan?" te kunnen beantwoor den. De heer Van Asseldonk heeft een politiek- cruciaal punt in het verleden genoemd, namelijk de vorming van dit college van burgemeester en wethouders drie jaar geleden, terwijl hij ook het huurreglement heeft vermeld. Voor mijzelf heb ik me in 1970 al afgevraagd wanneer het mis zou gaan, hoe lang de boog gespannen zou kunnen blijven en wanneer het tot een ontploffing zou komen. Ik hoop dat de heer Van Asseldonk ongelijk heeft en dat ik gelijk heb, met andere woorden: dat er geen ver band met een partijpolitieke benadering is. Ik hoop dat er geen partijpolitieke beïnvloedingen of impulsen aan een en ander ten grondslag liggen, maar ik kan niet bewijzen dat de heer Van Assel donk ongelijk heeft. In ieder geval is het duide lijk dat de tegenstelling zich de afgelopen drie jaar drastisch heeft verscherpt, niet door het onvermogen van het gemeentebestuur maar doordat er inderdaad een vorm van communicatie is afgestopt. Ik betreur dit in hoge mate. We zullen, zoals de heer Van Asseldonk heeft gezegd, alle middelen moeten aangrijpen om de verstandhouding te verbe teren. Van dit college kan hij de verzekering krijgen dat we, zelfs ten koste van eigen ongerief, bereid zijn op elk moment en op elke plaats op grond van redelijke uitgangspunten gesprekken te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1117