28 SEPTEMBER 1977 1118
neb
voeren met de mensen die zich huurders van de ge
an
meente Breda noemen. Die bereidheid is er; de deur
in
is door een ervaring in het Westeinde niet dicht
nk
geslagen, want we willen blijven praten en we wil
k
len overal komen waar het moet, mits er een rede
an-
lijk gesprek op basis van redelijke uitgangspunten
ook
wordt gevoerd.
n
Ik geef de heer Van Asseldonk toe dat het ap
rd
paraat flexibel moet zijn. Ten aanzien van het wo
ningbedrijf heb ik getracht te schilderen hoe men
is begonnen en waar men nu ten opzichte van de pro
ge-
blematiek staat. Ook daar zal flexibiliteit gebo
den zijn.
ag
Problemen worden opgeroepen door de opmerking
-
van de heer Van Asseldonk dat de nota moeilijk te
lezen is. In de commissie openbare werken heb ik
toegezegd dat wij een aantal "rekenmodellen" zul
len overleggen waaruit zal blijken hoe het resul
et
taat van toepassing van de nota in cijfers kan
k
worden uitgedrukt. In de commissie is de heer Van
an
Duijl uit de losse hand met een rekenmodel gekomen;
n
we moeten dat wellicht enigszins bijstellen en we
oop
zullen graag laten zien hoe alles in werkelijkheid
ik
zal uitpakken.
Op de vraag van de heer Asseldonk naar een
beleidsplan kan ik niet antwoorden. Ik zou het
of
vervelend vinden die daaraan zou moeten werken te
verplichten over een half jaar een beleidsplan op
-
tafel te brengen. We zijn onlangs van de meerjaren
e-
begroting en de sectorbeleidsnota's "bevallen" en
e
ook de ter tafel liggende nota heeft intern een
woeste voorgeschiedenis gehad, zodat ik niet zal
er
toezeggen dat er een beleidsplan komt. Het is zelfs
t.
de vraag of ik, als er tijd voor was, een compleet
e
beleidsplan in de door de heer Van Asseldonk be
doelde zin zou toezeggen. Ik denk dat wij het be
e-
leid veeleer facetmatig zullen moeten opbouwen
door de raad voortdurend informatie te verstrekken
ief
en door periodiek een nota over een deelproblema-
tiek uit te brengen. Aangezien immers de situatie
e
waarover we praten zeer snel verandert, kan er te