1129 28 SEPTEMBER 1977 echter de conclusie trekt dat "het" onderhoud slecht of nauwelijks wordt uitgevoerd, vind ik dat een onbewezen stelling. De heer KAARSEMAKER: Tijdens de vergadering in De Vlieren, waar diverse comité's aanwezig wa ren, werden dergelijke stellingen geponeerd, het geen mijns inziens neerkomt op wat men juridisch "een begin van bewijs" noemt. In ieder geval moe ten die uitspraken serieus worden genomen. Door de bewoners zijn klachten geuit ik weet niet of de wethouder tijdens die bijeenkomst de flappen heeft zien hangen -- over lekkende daken, tochtende ra men en tocht bij de deuren. Aangezien de winter periode voor de deur staat, geloof ik dat het tijd wordt hier op korte termijn iets aan te doen. Hoe eerder de raad over die kwestie spreekt, des te beter het is. Als je zelf geen last hebt van lek kende daken, tochtende ramen en wat dies meer zij, is het gemakkelijk te zeggen dat er nog wel enig uitstel mogelijk zou zijn geweest. De heer Van Duijl heeft gezegd niet te be grijpen waarom de bewoners geen verbeteringen aan gebracht willen zien, terwijl iedereen toch hoe langer hoe meer comfort in de woning wil hebben. Ik geloof dat de heer Van Duijl het inderdaad niet begrijpt: de bewoners willen eerst hun recht heb ben, willen eerst goed onderhoud en daarna willen ze pas over verbeteringen praten. Dat is het pro bleem dat op dit ogenblik in de wijk leeft. Er zijn opmerkingen gemaakt over het wijkwerk zoals P.v.d.A. en P.P.R. dat op dit ogenblik ver richten. Gezegd is dat deze partijen zich in Breda willen profileren en er is zelfs gesuggereerd dat hier sprake zou zijn van een verkiezingsstunt. Ik moet erop wijzen dat er bij de aanvang van ons op treden in de raad, en trouwens ook al voordat wij in de raad kwamen bij de samenstelling van het programma, uitdrukkelijk een keuze is gemaakt voor een andere manier van het bedrijven van raadswerk. Wij hebben met name gekozen voor het bedrijven van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1129