28 SEPTEMBER 1977 1130 raadswerk vanuit de wijken, want daar willen wij ons oor te luisteren leggen. De heer VAN ASSELDONK: Dan kunnen we het een lange stunt noemen De heer KAARSEMAKER: Ik geloof dat het hier gaat om een andere manier van politiek bedrijven. De heer Van Asseldonk kan daar natuurlijk leuke grapjes over maken, maar ik heb al eens eerder in de raad gezegd: als je een opvatting niet kunt weerleggen, maak je er een grapje over, zodat die opvatting belachelijk lijkt zonder dat ze dat is. Onze werkwijze is echter zeer serieus bedoeld en spreekt trouwens ook aan. Overigens vind ik dat de heer Van Asseldonk, als hij veronderstelt dat onze partijen aan een verkiezingsstunt bezig zou den zijn, hetzelfde verwijt aan het C.D.A. zou moeten richten. We hebben immers nog niet zo heel lang geleden in de krant gelezen dat ook het C.D.A. aan wijkwerk gaat doen, wat ik trouwens zeer positief vind. De heer VAN DUIJL: De heer Kaarsemaker is zeer kort van memorie, want als hij denkt dat wij pas sinds kort aan wijkwerk doen, is hij wel heel slecht thuis in deze materie. De heer KAARSEMAKER: Dan is het dus nog be ter dan ik had gedacht! De VOORZITTER: Geen grapjes, hoor.' De heer KAARSEMAKER: Ik ga nog even door met reageren op opmerkingen uit de raad omdat ik vind dat de discussies in de raad moeten kunnen plaats vinden. De heer Van Duijl heeft iets gezegd over mijn opmerking in eerste instantie dat we tot huurdersverenigingen zouden moeten komen: zijn op vatting is dat men dit niet aan de bewoners moet opleggen. Daarover zijn de heer Van Duijl en ik het volstrekt eens, maar ik geloof wèl dat het goed zou zijn, ook voor ons functioneren als huisbaasgemeente-Bredaals er huurdersverenigingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1130