1131 28 SEPTEMBER 1977 bestonden. De heer VAN ASSELDONK: De progressieven wer pen zich ook in de Tweede Kamer op voor huurders verenigingen, maar als dan de consequenties aan de orde komen, zoals de verkoop van woningen, willen ze de zaak weer terugdraaien. Als je a zegt, zul je ook b moeten zeggen, dus de heer Kaarsemaker zal zeer goed moeten nadenken wat hij doet. Zijn collega Kombrink heeft dit eerst wel aangekaart, maar hij heeft nu uitdrukkelijk verzocht de zaak weer terug te draaien. De VOORZITTER: Nu keren we weer terug tot Breda.' De heer KAARSEMAKER: Ik wil inderdaad wel even in Breda blijven. Overigens geloof ik dat de heer Van Asseldonk twee dingen door elkaar haalt, namelijk enerzijds de verkoop van overheidswonin- gen aan particulieren en anderzijds het oprichten van huurdersverenigingen voor de woningen die op het ogenblik tot ons gemeentelijk woningbezit be horen. Ik begrijp zijn opmerking hierover tot mijn spijt niet. Sprekend over de huurdersverenigingen, had ik naar aanleiding van een opmerking van de heer Van Duijl gezegd dat ook wij het er niet mee eens zijn als de vorming van zulke verenigingen van bovenaf wordt opgelegd. Wij vinden echter wèl dat die vor ming van de kant van de gemeente zou kunnen worden aangemoedigd en dat de gemeente faciliteiten voor eventueel op te richten huurdersverenigingen zou kunnen bieden. In die context was mijn suggestie in eerste termijn bedoeld. De heer Van Banning is het opgevallen dat de materie zo "rustig" is benaderd. Ik vat dit maar op als een compliment, waarvoor ik de heer Van Banning dank wil zeggen. Het was inderdaad onze bedoeling een rustige benadering te geven, omdat je in dezen natuurlijk heel gemakkelijk demagogie kunt gaan bedrijven maar omdat dat niet in het belang van de bewoners zou zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1131