28 SEPTEMBER 1977
1132
Ik had al een uitgebreide reactie voorbereid
over hetgeen de wethouder in eerste instantie heeft
gezegd en niet heeft gezegd. Hij zat erg met mijn
opmerkingen in zijn maag en ik kan mij voorstellen
dat hij ze dan enigszins voor zich uit wil schui
ven en ze maar liever niet wil beantwoorden. Daar
op is hij echter teruggekomen en ik wil nu dan ook
nog eens herhalen wat ik reeds in het ordedebat
heb gezegd, namelijk dat ik de sfeer in de raad
als vrij goed heb ervaren. Er is goed over de ma
terie nagedacht en er is door de diverse fracties
een goede inbreng geleverd. Er is ook van de zijde
van het college uitvoerig geantwoord, zodat ik de
opmerkingen die ik aanvankelijk had willen maken
maar even inslik.
Naar aanleiding van mijn vraag over de rijks
consulent heeft de wethouder gezegd dat er al eens
overleg is gepleegd, maar dat het weinig zinvol
lijkt dat voort te zetten, omdat de functionaris-
in-kwestie verkeerde voorlichting heeft gegeven.
Dit moge zo zijn; ik geloof dat er in ieder geval
nog eens extra uit blijkt hoe ontzettend ingewik
keld de materie is. Als zelfs een rijksconsulent,
die deze materie als specialisme heeft, de plank
op deze manier misslaat, wat moet dat dan niet be
tekenen voor raadsleden en amateurpolitici die dit
alles in hun vrije tijd moeten bekijken? In dit
verband heb ik de vraag gesteld of het geen zin
heeft de commissie openbare werken hierover met
één van de drie rijksconsulenten te laten praten.
De andere fracties heb ik uitgenodigd daarop te
reageren, zodat ik thans om hun reactie en mis
schien ook die van de wethouder in tweede in
stantie zou willen vragen.
De opmerking dat er geen of onvoldoende on
derhoud zou zijn verricht, was naar de mening van
de wethouder beneden de maat. Zojuist heb ik al
gewezen op wat er tijdens de bijeenkomst in het
gemeenschapshuis De Vlieren naar boven is gekomen.
Ik geloof toch dat de wethouder dit niet al te ba
dinerend af moet doen en niet te gemakkelijk moet