1149
28 SEPTEMBER 1977
behandeling van de nota samen.
Tot slot nog een opmerking over de Haagse
Beemden. Ik meen dat besloten is dat uit het fonds
grote werken Haagse Beemden alleen middelen zouden
worden gebruikt die uit de Haagse Beemden zelf
kwamen en die dan bestemd zouden worden voor de
buitengebieden die een andere bestemming zullen
krijgen dan oorspronkelijk de bedoeling was. Ik
meen overigens dat dit alles ook aan de heer Crul
bekend is.
Wethouder VAN DUN: Ik wil nog slechts enkele
opmerkingen maken, allereerst in de richting van
mijn aanstaande collega de heer Kaarsemaker! Er
is een bijeenkomst geweest in De Vlieren en daar
aan ontleent de heer Kaarsemaker een begin van
bewijs. Hoewel ik daar niet te lang bij wil stil
staan, meen ik dat, zo dit een begin van bewijs
voor de heer Kaarsemaker kan en mag zijn, hij daar
geenszins de stelling op mag baseren dat de onder-
houdstoestand van de gemeentewoningen in het alge
meen slecht en onvoldoende is. Dat is het enige
waar ik in zijn ongenuanceerde opstelling bezwaar
tegen had. Dat het wijkwerk van de Partij van de
Arbeid en de P.P.R. serieus bedoeld is: wie heeft
daar ooit aan getwijfeld?
De heer Kaarsemaker heeft gezegd dat wij
niets aan de bewoners mogen opleggen. Op gevaar
af in deze tweede termijn een debat over inspraak
te gaan voeren, geloof ik dat we de normale rechts
verhouding in het oog moeten houden, ondanks alle
communicatiemiddelen die er tussen verhuurder en
huurder moeten zijn, ondanks het feit dat hier
huizen door de gemeente worden verhuurd en ondanks
het feit dat we in een tijd leven waarin inspraak
een verduveld goede zaak is. Er mogen in alle ren
delijkheid bepaalde dingen van de kant van de ver"
huurder worden gesteld. Het gaat niet aan met de
huurder te gaan discussiëren over de huurprijs in
bepaalde gevallen waarin verbetering en onderhoud
niet aan de orde zijn. Ik geloof en dan spreek