1151 28 SEPTEMBER 1977 worden en lang in slechte woonomstandigheden moe ten verblijven. Je geeft öf iedereen öf iemand de schuld, maar als de P.v.d.A. en de P.P.R. dit in "eigen werken" neerschrijven, moeten ze hier niet gaan volhouden dat zij niemand de schuld geven, want dat is gewoon flauwe kul. Hier krijgt het college een opdonder en wij incasseren dat graag, als het in redelijkheid kan worden onderbouwd. Mevrouw Muntjewerff is teruggekomen op het onderhoudsdraaiboek. Ik heb gezegd dat ik daar niets voor voel, een opvatting die ik in eerste termijn heb onderbouwd. Zij heeft voorts gezegd dat zij uit een lijst van vijf getikte vellen had geciteerd. Nu zullen er ik kom daar bij de be antwoording van de heer Crul nog op terug al tijd situaties zijn waarin er iets mis gaat of fout is, maar ik vind het overdreven daaruit te concluderen dat er meteen dan maar een onderhouds draaiboek van alle klachten moet komen, waarover eens in de drie maanden met de raad moet worden gesproken. De kopie van de opdrachten vind ik zo'n tech nisch gegeven, dat ik er mevrouw Muntjewerff zal mij dat niet kwalijk nemen niet van achter deze tafel een oordeel over kan geven. Ik geloof overigens dat we moeten beseffen dat nog altijd de dienst openbare werken de opdrachtgever is. Al mevrouw Muntjewerff dit punt wil aansnijden, ben ik bereid er in de commissie openbare werken over te spreken. Ook is mevrouw Muntjewerff nog ingegaan op de onderhoudsdienst die zou kunnen worden gecom bineerd met de onderhoudsdiensten van de woning bouwverenigingen. Ik zie niet in dat dat iets zou oplossen in de situatie waar we vandaag over pra ten. Ik geloof dat je de bottlenecks die er onge twijfeld zijn, toch altijd blijft houden. Van het rekenmodel van de heer Van Duijl hebben we kennisgenomen. Wat hij met "psychische belasting" bedoelt is goed overgekomen. De heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1151