1153 28 SEPTEMBER 1977 gebleken en als de wethouder dit echt wil, moeten we het mijns inziens eerst maar eens in de com missie openbare werken bespreken. Naar mijn me ning functioneert de commissie openbare werken op dit ogenblik niet als een begeleidingscommissie van het onderhoudsprobleem. Wethouder VAN DUN: Daar heb je weer zo'n flauwe-kul-opmerking. Ik zeg dat ik de commissie openbare werken in de context van het betoog van de heer Van Asseldonk beschouw als een soort be geleidingscommissie van deze problematiek en dat ik dientengevolge bereid ben over deze problema tiek te praten. Naar gelang van die discussies zullen we signaleren welk facet van de problema tiek in een nota aandacht verdient. De heer Hou- ben doelt nu op de voortdurende procedurediscus sie in de commissie openbare werken die er hele maal niets mee te maken heeft. Men krijgt telkens alle verslagen van alle gesprekken van de dienst openbare werken met de comité's ter visie en het enige waarover we van mening verschillen is dat de heer Houben de verslagen, in plaats van dat ze ter visie worden gelegd, met de post thuis wil krijgen. Welnu, dat heeft met de functie van be geleidingscommissie helemaal niets te maken, het is gewoon een proceduredebat. Wat mij betreft kan men de hele reutemeteut thuis krijgen, maar men wordt er dan zelf wèl doodziek van en in het ge meentelijk apparaat kunnen we dan geen fotoko pieerapparaten genoeg aanslepen. Dit is de situ atie en ik heb gezegd dat ik, zodra er ter zake een duidelijk beleid uit de commissie algemene zaken komt, bereid ben mij daaraan te houden. That's all. Dit heeft met de inhoudelijkheid van de problemen niets van doen; ik hoop niet dat de heer Houben dat wil suggereren. Ik zeg nogmaals toe dat wij snel nadere me dedelingen aan de comité's zullen doen. Ik geloof niet dat dat door middel van een extra "Indruk" moet gebeuren, het zou ook op een andere manier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1153