28 SEPTEMBER 1977 1154 kunnen. Men moet mij even de tijd geven. Ik heb mij met de burgemeester verstaan, de opening bij de sector informatie en voorlichting is er, maar over de wijze waarop mogen we naar ik aanneem nog wel even met elkaar praten. Ter zake van de woonomgeving is er inderdaad een C.R.M.-pot. Het betreft een regeling inzake de verbetering van de woonomgeving en het woon- milieu, van de toepassing waarvan men voorbeelden ziet in de Vestkant, in het Westeinde: de bestra ting, het bankje, het speelterreintje De heer VAN ASSELDONK: Het afgebrande speel- terreintje! Dat is een nuanceverschil. Wethouder VAN DUN: Desalniettemin bestaat de pot. Ter zake van de verbetering van het leefmi lieu bevat de kapitaaldienst van de begroting van openbare werken fondsen voor de toekomst, met na me bijvoorbeeld voor de Gerardus Majellawijk. Wan neer wij ergens aan het renoveren of verbeteren zijn, gaan tegelijkertijd via de dienst sociale zaken de verzoeken naar C.R.M. De heer VAN ASSELDONK: We gaan renoveren en verbeteren, maar er zijn wijken waar men alleen achterstallig onderhoud wil laten uitvoeren. Ko men die wijken daar ook voor in aanmerking? Wethouder VAN DUN: Ik betwijfel in hoge mate of die regeling in dat geval geldt. Ik wil dat nog graag even nakijken, maar naar mijn mening is de regeling dan niet van kracht. Hierover kunnen we in de commissie verder praten. De heer Crul heeft gezegd dat de raad bij de problematiek is betrokken toen het fout zat en dat de wethouder doet alsof er niets aan de hand is. Ik geloof dat hij daarmee van twee foute ver onderstellingen uitgaat. Op de eerste plaats heb ik vanavond in eerste termijn niet gedaan of er niets aan de hand is. Ik heb duidelijk blijk ge geven van een proces van niet-weten, van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1154