13 OKTOBER 1977 1200 kunnen vinden. Wethouder VAN DUN: Ik ondersteun het betoog van de heer Van Asseldonk. De VOORZITTER: Ik constateer dat het voorstel in behandeling kan worden genomen. Zijn er nog an dere punten die met betrekking tot het voorstel bijvoorbeeld in de vorm van vragen aan de orde moeten worden gesteld? Wenst men een ordevoorstel te doen, inhoudende dat het voorstel van de agenda moet worden afgevoerd? De heer CRUL: Ik begrijp niet goed wat de heer Van Asseldonk met zijn opmerking over het or devoorstel bedoelt. Hij heeft gezegd het voorstel van belang te achten; welnu, dan zou hij het ook belangrijk moeten vinden dat zowel over de inhoud van het voorstel als over wat daarmee samenhangt in de commissie wordt gesproken. Het voorstel heeft nogal wat met het onderhoudsprogramma van de be trokken dienst te maken. Op grond daarvan menen onze fracties dat het eerst in de commissie moet worden besproken. Dat is toch een normale gang van zaken? In feite onderschrijft de heer Van Assel donk dit standpunt, maar hij trekt daar geen con sequenties uit. De heer VAN ASSELDONK: Er is heel netjes aan de commissie gevraagd of zij ermee akkoord kon gaan dat het voorstel in de raad aan de orde zou worden gesteld, opdat daar de discussie zou kunnen plaatsvinden. Iets dergelijks is ook al eens door de progressieve fracties voorgesteld. Het voorstel is eigenlijk een initiatief-voorstel van het col lege, het is niet in de commissie besproken en we kunnen de discussie hier voeren. Er is niemand die de discussie tegenhoudt. De VOORZITTER: Het lijkt mijmede gezien de inhoud van deze mededeling, die reeds bekend was, erg redelijk dat over het voorstel wordt gediscus sieerd. Natuurlijk is behandeling in de commissie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1200