21 MAART 1977 119 steunt. Vanavond vragen wij een uitspraak van de meerderheid van de raad over de vraag of er in dezen bestuurlijk behoorlijk is gehandeld. Vervolgens nog iets over de kwestie van ver tragingsacties. Wij hebben het college en de meer derheid van de raad alleen maar verzocht ordente lijk te werk te gaan en zich aan de wet de ba sis van het gemeentelijk handelen te houden. Het getuigt naar onze mening van wijs bestuur als rekening wordt gehouden met een raads minderheid waarvoor bepaalde activiteiten erg gevoelig lig gen, die een groep burgers vertegenwoordigt en die rechtszekerheid en inspraak van groot belang acht. Tot slot zou ik de motie willen indienen die zojuist al even is aangekondigd. Door mevrouw Paulussen wordt een motie inge diend die als volgt luidt: "De raad van de gemeente Breda, in vergade ring bijeen op 21 maart 1977, gehoord de discussies n.a.v. de interpellati stel vast dat: 1de verklaring van geen bezwaar van de wo ningbouw voor de le woonbuurt Haagse Beem den niet is verleend; 2. g.s. nog geen goedkeuring heeft verleend voor het bouwrijp maken van de le woon buurt; (IA) 3. werkzaamheden worden uitgevoerd, die vooruitlopen op de onder 1 en 2 nog goed te keuren zaken. De raad is van mening dat: 4. de overheid verplicht is 4.1. de wet juist toe te passen,- 4.2. de rechtszekerheid van de burgerij te waarborgen; 4.3. de inspraak van de burgers serieus een kans te geven; 5. het vooruitlopen op nog goed te keuren plannen grote financiële en juridische

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 119