13 OKTOBER 1977
1202
wèl komen.
De VOORZITTER: U vindt dat de wagen er moet
komen en u kunt zich voorstellen dat er een weg
kan worden gevonden waarlangs men nadere informa
tie kan krijgen. Wellicht kan dat ook van de zijde
van het college worden gezegd.
Wethouder VAN DUN: Er zijn over het voorstel
naar ik meen twee inhoudelijke opmerkingen gemaakt;
in de eerste plaats heeft de heer Paquaij iets
over de veiligheid gezegd. We moeten niet roomser
zijn dan de Paus en niet roder dan Den Uyl, maar
het gebruik van de onderhavige apparatuur valt on
der de normale voorschriften van de arbeidsinspec
tie. Moet de gemeenteraad nu de uitspraak doen dat
de situatie gevaarlijk is en dat de arbeidsinspec
tie te weinig voorwaarden heeft gesteld? Dat geldt
niet alleen voor deze boomchirurgische toestanden,
maar, zoals de heer Van Asseldonk terecht heeft
gezegd, voor allerlei materieel dat gevaarlijk
kan zijn.
In de tweede plaats heeft de heer Paquaij de
aandacht op het achterstallig onderhoud gevestigd.
We hebben de sectorbeleidsnota's in twee zittin
gen in de commissies behandeld en ik geloof dat
er zich nu juist een gelegenheid voordoet om het
ontstaan van achterstallig onderhoud te voorkomen.
De nieuwe boomchirurgische activiteiten bij de
dienst beplantingen zijn erop gericht zodanige
maatregelen te treffen, dat er geen verloedering
van het boombestand plaatsvindt, opdat er geen
achterstallig onderhoud ontstaat. Hierover is uit
voerig in de commissie openbare werken gesproken.
In dit verband ervaar ik de opmerkingen van de
heer Paquaij als positief voor het voorstel.
De VOORZITTER: Is men bereid het voorstel te
aanvaarden?
De heer CRUL: Kunnen we ons even beraden?
De VOORZITTER: Dat kan altijd. Ik schors