1217
13 OKTOBER 1977
Crul ik weet niet in hoeverre zij wordt gedeeld
kan ik bepaald niet onderschrijven.
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Het is mij
een raadsel hoe de heer Ten Wolde over een goed
voorstel kan spreken als hij in het geheel niet
weet hoe het bij de huurders die het aangaat zal
overkomen. Dit is volstrekt eenzijdig gedacht.
Volgens de woningwet moeten de huurders worden be
trokken bij aangelegenheden die voor hen van we
zenlijk belang zijn. Een geiser wordt blijkbaar
niet van wezenlijk belang geacht, maar ik geloof
dat dat een echte mannengedachte is. Straks worden
duizenden huisvrouwen geconfronteerd met de gevol
gen van dit voorstel. Ze krijgen een oude afge
schreven geiser en 70,cadeau en dan moeten
ze maar zien hoe ze het verder redden!
De heer CRUL: Mijnheer de voorzitter. Ik zou
u willen vragen of u het met de wethouder eens
bent dat er, wanneer ons voorstel wordt uitge
voerd, in zekere zin van inspraakvervuiling spra
ke is. Het lijkt mij van belang dat te vernemen,
omdat we binnenkort weer over de inspraaknota en
haar gevolgen gaan praten. De gedachten van degene
die voor de inspraak verantwoordelijk is, moeten
mijns inziens op dit punt bekend zijn. Er is eigen
lijk al sedert 1970 gezegd dat het met vallen en
opstaan zal gaan en dat het goed zal zijn van ex
perimenten te leren. Ook een particulier die tot
de hier voorgestelde maatregel wil overgaan, zou
verplicht moeten zijn zich te verstaan met degenen
aan wie hij zijn diensten heeft verleend. Dat
geldt dan ook eens te meer voor de overheid. De
heer Van Dun heeft er gelijk in dat er op vele
terreinen activiteiten worden ontplooid en ik ben
van mening dat het in deze fase van ons opereren
naar de burgerij toe goed zou zijn als het orde
voorstel werd overgenomen.
De VOORZITTER: "Inspraakvervuiling" is een
nieuw woord, maar we begrijpen natuurlijk allemaal