13 OKTOBER 1977 1218 heel goed wat er wordt bedoeld. Ik geloof dat wan neer we op dit punt op de door mevrouw Muntjewerff voorgestelde wijze aan inspraak zouden gaan doen, de belangen van de betrokkenen daarmee niet gediend zouden zijn. Het lijkt mij dan ook verstandig het voorstel van burgemeester en wethouders op dit ogenblik in behandeling te nemen. Overigens is dat een aangelegenheid waarover de raad heeft te be slissen Het ordevoorstel van mevrouw Muntjewerff-van den Hul wordt hierna in stemming gebracht en met 22 tegen 11 stemmen verworpen. TEGEN hebben gestemd: de heren Van Dongen, Van Duijl, Van Dun, Van Graafeiland, Van Asseldonk, Goos, Van den Wijngaard, Koertshuis, Brooimans, Ten Wolde, Sandberg en De Raaff, mevrouw Van Rooij- van den Heuvel, mevrouw Koek-van Merkom, de heren Visser, Taks, Dees, Veelenturf, Van Banning, Suur- meijer, Peeters en Gielen. VOOR hebben gestemd: de heren Oomen en Paquaij mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de heren Welschen, Martens, Kaarsemaker, Crul, Houben en Hendriksen, mevrouw Giebels-Sprengers en de heer Dreef. (De heer Broeders was tijdens de stemming niet aanwezig.) Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Nu het voor stel zelf aan de orde is, wil ik nog even terugko men op de enquête die wij hebben gehouden en waar van wij aan een ieder het rapport hebben toegezon den. Hoewel de enquête beperkt was, blijkt eruit dat de mensen over het algemeen tevreden zijn over de gang van zaken en over het onderhoud dat regel matig aan hun geiser werd uitgevoerd. Men ziet niet in waarom een en ander nu ineens moet veran deren. Ook wordt aangegeven dat men het, als men een eigen geiser zou hebben, moeilijk zou vinden zelf aan het onderhoud te denken. Hierin schuilt onzes inziens het gevaar van het collegevoorstel. Het is immers niet denkbeeldig dat men het bedrag van 70,voor iets anders zal gebruiken en de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1218