13 OKTOBER 1977 1222 De heer VAN DUIJL: In de enquête van P.v.d.A. en P.P.R. wordt een vraag gesteld dië erop neer komt hoe lang men denkt dat de geiser het nog zal uithouden en wanneer men verwacht dat hij niet meer in gebruik zal zijn. Nu heb ik wel enige ken nis van technische zaken, maar ik moet erop wijzen dat je aan geen enkele technicus kunt vragen hoe lang een apparaat het nog zal uithouden. Dat hangt namelijk op de eerste plaats van de onderhouds- toestand af, terwijl op de tweede plaats, hoe goed het ding ook wordt onderhouden, op ieder ogenblik een onderdeeltje de geest kan geven, zodat de gei ser het niet meer doet. Ik vind dit geen relevan te vraagom de doodeenvoudige reden dat zéker de bewoners, die niet technisch zijn, er geen ant woord op kunnen geven. Zelfs de vakman kan deze vraag naar mijn idee nauwelijks beantwoorden. Mevrouw Muntjewerff heeft voorgesteld de af geschreven geisers in te nemen. Daar zit wellicht een goede gedachte achter, want misschien vreest mevrouw Muntjewerff dat oude, afgeschreven geisers die niet worden ingenomen, nog geruime tijd in functie zullen blijven, waarbij men dan het risi co loopt dat de geiser in een toestand komt te verkeren waarin het technisch gezien niet meer verantwoord is hem te laten functioneren. Er is zojuist een opmerking gemaakt over bevoogding en hoewel ik dat woord zeker niet zou willen gebrui ken, moet ik mevrouw Muntjewerff erop attent ma ken dat we door de 2740 geisers in te nemen de huurders zouden dwingen op dat ogenblik iets te doen. Of zij moeten onmiddellijk zelf een nieuwe geiser kopen, öf zij moeten zich onmiddellijk aan sluiten bij de Maatschap, öf ze hebben helemaal geen geiser meer. Ik zou deze situatie zeker niet willen doen ontstaan, onder meer omdat het voor de Maatschap onmogelijk zal zijn zo snel op het wegnemen van een aantal geisers te reageren. Daar naast ben ik van mening dat het gevaar dat wordt genoemd, altijd aanwezig is. Elke bewoner is ver plicht de apparatuur die hij in huis heeft, welke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1222