13 OKTOBER 1977
1226
betogen van de kant van de raad wil ik mij tot en
kele opmerkingen beperken, omdat het niet nodig is
in herhalingen te treden. Ik moet één misverstand
wegnemen. In het ordedebat heeft mevrouw Muntje-
werff gezegd dat er een typisch mannenvoorstel ter
tafel ligt waarin geen rekening wordt gehouden met
eventueel gelardeerde vrouwen. Ik moet haar erop
opmerkzaam maken dat al.thans het mannelijk gedeel
te van dit college zich dagelijks doucht en deswe
ge ook schone oren heeft. Mocht er dan ook een ge
kwetste partij zijn, dan zouden daaronder wellicht
de mannen kunnen worden verstaan.'
Met veel respect voor de zelfwerkzaamheid van
de P.v.d.A. en de P.P.R. daar staan ze bekend
om die ook hier weer een enquête hebben ge
houden, meen ik dat de wetenschappelijke waarde
van die enquête niet zó hoog mag worden ingeschat,
dat er op basis daarvan dogmatische uitspraken mo
gen worden gedaan over de opvattingen die "de be
woners" zouden hebben. Ik acht dergelijke uitspra-
ke enigermate prematuur. Het is plezierig dat
raadsfracties signalen uit de wijk opdoen, maar
het is voorbarig op basis van deze enquête, waar
over we in de commissie al even hebben mogen spre
ken, absolute uitspraken te doen.
Zoals de heren Van Duijl en Ten Wolde hebben
geschetst, is de situatie ten aanzien van de ge
meentelijke huishouding en de verantwoordelijkheid
jegens de huurders volstrekt duidelijk. De keuze
gaat tussen enerzijds huurverhoging en anderzijds
de mensen zelf laten bepalen wat zij willen doen.
Een logisch uitvloeisel is dat wij de raad de aan
vaarding van het amendement niet kunnen aanbevelen,
want in het verlengde van bovengenoemd uitgangs
punt ligt dat de bewoners zelf de verantwoordelijk
heid moeten nemen voor wat zij met de oude geisers
willen doen en waaraan zij de 70,willen be
steden. Ik geloof dat we dat recht aan de bewoners
moeten geven en ik ondersteun dan ook de interrup
tie van de heer Van Dongen en de interpretatie van
de heer Ten Wolde: wanneer wij door het wegnemen