1241 13 OKTOBER 1977 naar onze mening niet ideaal. De ligging is voor velen verre van duidelijk en men heeft het in de begroting opgegeven aantal bezoekers niet kunnen halen. Overigens hebben wij de indruk dat het niet uitgesloten is dat het Filmhuis in de toekomst een plaats in de Beyerd krijgt. Wij hopen dat het Filmhuis, als het zo ver zal komen, in overleg met het bestuur en de directie van de Beyerd tot een nog betere ontwikkeling zal kunnen komen. Van onze kant wensen wij het Filmhuis alle succes toe; wij hopen dat het zich in de stad Breda waar kan maken. Wethouder SANDBERG: Ik ben het met de heer Gielen eens dat het Filmhuis in Breda in ieder ge val de kans moet krijgen om zich waar te maken. Men zou kunnen zeggen: het Filmhuis is er en heeft zijn bestaansrecht min of meer bewezen, maar voor wat de toekomst betreft zijn er duidelijk nog eni ge grote vraagtekens. Wil je die vraagtekens suc cessievelijk gaan wegwerken, dan zul je eerst moe ten beginnen met het leggen van een financiële basis, waarop men voor een bepaalde afgebakende tijd vooruit kan. Dat is de intentie van dit voor stel: wij willen een financiële basis scheppen, waarop de discussie zal kunnen worden gevoerd over de verdere gang van zaken ten aanzien van gesala rieerde krachten en huisvesting. Op de vragen van de heer Hendriksen kan ik op dit ogenblik geen sluitend antwoord geven. Ook voor mij is moeilijk te beoordelen of het bestaansrecht onder verbeter de condities inderdaad zal worden waargemaakt. Bij het aantrekken van een gesubsidieerde kracht plaats ik vooralsnog een vraagteken, omdat ik hoop dat de activiteiten bij een andere instelling kunnen worden ingekaderd. Ook de heer Gielen heeft die andere instelling, te weten de Beyerd, genoemd. Op het ogenblik worden met de bestuurscommissie van de Beyerd besprekingen over dit onderwerp gevoerd en wellicht kan in dat verband ook een oplossing voor de huisvestingsproblematiek worden gevonden. In ieder geval zijn wij bijzonder alert om met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1241